Samen met Beat (Zwitserse fietser) trek ik (Bob) er vroeg op uit voor een driedaagse bergtocht. Onderweg komen we verschillende wandelaars tegen, dit is blijkbaar één van de mooiste wandelingen in Kyrgystan. In de vallei worden we omringd door hoge naaldbomen, de krachtige bergrivier steken we over bij een gammele brug en we klimmen we boven de begroeiing uit. Halverwege lunchen we in een eenzaam yurtkamp. Onze conditie is prima en we bereiken het bergmaar Ala Kul op 3600m in de vroege namiddag. We zoeken ons een kampeerplekje waar we genieten van het zicht tot de zon ondergaat. Daarna koken we een pot noodels en warmen we ons met de Kyrgizische spirit, vodka genaamd. Vanwege de koude temperaturen en schrale wind kruipen we op tijd in onze tent. Vroeg in de ochtend ontwaken we in een bevroren tent, al hebben we beiden heerlijk warm geslapen. Na het ontbijt en drogen van de tent klimmen we weg van het meer naar een bergpas die ons in een andere vallei brengt. Nu is het enkel afdalen tot een plaatsje waar er natuurlijke warmwaterbronnen zijn. Dat wordt onze kampeerplek voor vandaag. Na een uur te hebben geweekt in een heerlijk warm bad in de houten berghut, genieten we van de omgeving met een frisse pint en een heerlijk avondmaal. Na een vroeg ontbijt dalen we verder af langs een bergrivier met aan weerszijden dennenbomen en hoge rotsen. Tegen de middag bereiken we de weg naar Karakol en delen we een auto met het Sloveens koppel dat ons gezelschap hield tijdens de afdaling. We genieten nog van een gezellige, rustige dag in Karakol, morgen vertrekken we naar de World Nomad Games. Terwijl ik wandel, neemt Ruth een paar dagen rust. Bij een leuk gezinnetje geniet ze van het even niets doen, boekje lezen, telefoontjes met familie en vrienden... Ook maakt ze de fietsen spik en span tegen dat ze op het vliegtuig gaan richting India. Dankzij het gastgezin worden onze fietsen al vervoerd naar Bishkek en kunnen we ze daar oppikken wanneer we vertrekken. Zo hoeven we er de volgende dagen niet mee te zeulen op de World Nomad Games. Stiekem toch ook wat spannend om je fietsen met iemand mee te geven die je totaal niet kent. Maar alles komt goed, enkele dagen later staan onze fietsen netjes klaar. Met de bus bereiken we de Kyrchyn vallei waar een gigantische Nomadennederzetting is gebouwd. We laten onze bagage achter in een yurt waar we Sjasliek (een giga saté) eten en genieten van het spektakel rondom ons. Overal lopen paarden en mensen in traditionele kleding. We passeren plots even de president van Kyrgistan en worden omringd door een horde Mongoolse krijgers. Overal staan jongens met grote roofvogels om mee op de foto te gaan. Ik maak er dan ook een plaatje mee, Ruth blijft liever ver weg van die gigantische beesten. 's Avonds hebben we gezelschap van een man waarvan ik een traditionele hoed krijg. Na een rustige ochtend en soep als ontbijt, dalen we af naar Cholpon-Ata waar de meeste sporten plaatsvinden. We laten onze bagage achter in een guest house en gaan naar de hypodroom en sporthal. Daar wonen we verschillende worstelcompetities bij en kijken we naar de finale van de MAS-wrestling. Een 1 tegen 1 wedstrijd waarbij een stok tot over de lijn getrokken moet worden. De volgende ochtend vertrekken we op tijd om de finale van het Sumo en Mongools worstelen bij te wonen. In de hypodroom zien we onze eerste Kok-Boru wedstrijd, een heftige vorm van polo waarbij een onthoofd schaap in een doel geworpen wordt. Spektakel gegarandeerd! Na een tweede wedstrijd vertrekken we met de bus richting Biskek. We halen er onze fietsen op en hebben nog een dag om alles klaar te maken voor ons volgende avontuur: India!
Later meer daarover ;-) !
2 Reacties
Na enkele deugddoende dagen rust in Osh, zijn we weer helemaal opgeladen! Langs een verharde snelweg fietsen we naar Jalal Abad, een lange dag zonder veel hoogtepunten, goed om de benen terug los te gooien. 's Avonds vinden we onszelf een gezellig en afgelegen kampeerplekje en genieten we van een heerlijke, zelfgeknutselde douche en avondmaal. s Ochtends hebben we gezelschap van enkele nieuwsgierige kinderen die de koeien naar vers gras leiden. Over een recent aangelegde weg is het aangenaam stijgen richting de bergen. Onderweg eten we een heerlijke soep en even later wacht ons opnieuw een onverharde avontuurlijke weg . Aan het begin van de eerste pas vinden we een goede kampeerplek. Enkele kinderen met een ezel weten ons toch te vinden en blijven ons nieuwsgierig in de gaten houden , zeker als ze zien dat we koekjes hebben. Natuurlijk delen we dan maar. Vroeg uit de veren om aan een lange pass te beginnen. De weg ligt er soms erg slecht bij. Los grind met stenen en wasbord, het vraagt veel energie. Maar de adembenemende uitzichten geven veel voldoening, met een glimlach bereiken we na enkele uren klimmen de pass . De afdaling vraagt onze volledige concentratie maar is ook prachtig . Slippende banden en wegspringende stenen zijn de enige geluiden tijdens de afdaling. Onderweg krijgen we regelmatig gezelschap van reusachtige roofvogels die boven ons hoofd op de thermiek zweven. In de vallei houden we halt bij de brug over de rivier . Een prima slaapplek voor twee uitgetelde fietsers. Na een rustige ochtend met uitgebreid ontbijt, vertrekken we naar Kazerman. Een plaats waar we hopen op wat bewoning en winkeltjes . Onderweg is het verkeer een bron van frustratie. Auto's en trucs hullen ons in een dikke stofwolk en rijden ons soms bijna van de weg door rakelings te passeren. Ze zien fietsers hier niet als weggebruikers. In Kazerman worden we verrast door perfect asfalt die na enkele kilometers even abrupt weer verdwijnt . We eten er warm en bevoorraden ons met vers fruit, brood en veel verwennerijtjes voor onderweg. Na nog meer slechte weg houden we het na enkele kilometers klimmen bij een kabbelend beekje voor bekeken. We maken ons klaar voor een stevig dagje met 2 bergpassen. De omgeving is prachtig en het verkeer blijft wat meer achterwege. De passen maken ons moe maar des te groter is de voldoening als je boven komt en een prachtig uitzicht voorgeschoteld krijgt. Bij de tweede afdaling maakt Ruth een goeie totter. Gelukkig komt ze er vanaf met de schrik, blauwe plekken en wat schaafwonden. We kamperen opnieuw bij een riviertje. Als ik in de schemering de kookpot afwas en Ruth nog even bekomt van haar totter, schrikken we allebei als we plots uit het niets een paard horen aankomen. De schrik is snel over, het is een heel vriendelijke Kyrgiziër die een gesprek probeert aan te gaan en ons nog wat Borsok, koekjes, snoepjes en een homp vlees cadeau doet. Voldaan kruipen we in de tent. De volgende ochtend staat diezelfde man vanuit zijn woning naar ons te zwaaien en doet teken dat we chai moeten komen drinken. We slaan dit niet af en vullen onze buiken met lekkere thee, borsok en koekjes. We maken er een rustige dagje van.. Bob bereikt vandaag ook de 10 000 km, hopla! 's Middags eten we in een klein dorpje plov. Na enkele km klimmen vinden we een mooi plekje bij de rivier. We stellen onze tent op en wassen onszelf wassen in het ijskoude bergwater. Qua bloeddoorstroming kan dat behoorlijk tellen. Met het geluid van het kabbelende water op de achtergrond vallen we in slaap. Vanuit de vallei hebben we een prachtig uitzicht op de pass van vandaag. Na enkele uren klimmen is het zicht van bovenuit nog adembenemender. Voldaan picknicken we, genietend van dit uitzicht. Nadien dalen we lichtjes af tot aan Song kul. Het landschap van het meer op deze hoogte (rond 3000m) is machtig. We drinken een koffietje en genieten van de rust. We verblijven in een yurtkamp waar we verwend worden met een saunadouche en een warm gestookte yurt. Na een weekje fietsen nemen we een dag rust. Onweersbuien trekken over het meer en we zijn blij dat we niet op de fiets zitten. Twee Nederlanders die met de moto op pad zijn houden ons gezelschap en ik rook nog eens lekkere sjag Drum. In de late namiddag klaart het even op en bij Ruth kriebelt het: ze kan het niet laten om een ritje te maken met een paard. Een prachtige omgeving om daarvan te genieten. Als we de volgende ochtend vertrekken komen we na een km of 5 oude bekenden tegen: De Moby Dick en Guim (Spanjaarden waarmee we enkele dagen op pad waren in Tadzjikistan) staan ons op te wachten. Een fijn weerzien en we babbelen enige tijd . We fietsen nog een 40 tal km langs Song kul en dalen verder af. We kamperen nog een keertje bij een heldere bergrivier. Als we 's ochtends wakker worden is het nog koud en de tent is nat van de ochtenddauw. We kleden ons goed aan en vertrekken richting Kochkor, de eerste grote plaats die we zullen tegenkomen. Na een 6-tal km en een kleine pass komen we terug op perfect asfalt. Zalig om zo tot in Kochkor af te dalen. Hier stoppen we onze buik vol met een goei kebapke. Na de middag trekken we verder naar Issykul, het grootste meer van heel Kirgizië en omstreken. 's Avonds kunnen we dan ook genieten van een plons in het meer en een diner met uitzicht. Later op de avond kijken we vanuit de tent naar een lichtshow van bliksems. De volgende 2 dagen houdt Ross, een Brit met een pak reiservaring, ons gezelschap. Hij heeft 3 jaar rondgereisd in Zuid-Amerika en heeft alvast een heleboel tips voor ons. Altijd fijn om reisideeën op te doen van mensen die je onderweg tegen komt. We houden een dag rust zodat we lang kunnen genieten op het strand. We vinden een prachtige kampeerplek. Als Ross en ik nog even naar de winkel gaan voor een biertje, komen we Beat weer tegen. Hij werd boven op de besneeuwde bergpass opgepikt door een Zwitsers koppel met een jeep. We kamperen met z'n allen op dezelfde plaats en maken er een gezellige avond van. De volgende dag fietsen we samen met Beat met de zon op onze snoet richting Karakol . Ross trekt opnieuw de bergen in. Het is zalig fietsen met zicht op het meer. In de namiddag heb ik voor het eerst sinds Istanbul een platte band. Snel een plakkertje erop en met wind in de rug rijden we Karakol binnen.
We verblijven er in een huis met een mooie tuin en worden heel gastvrij ontvangen. De volgende dagen gaan de jongens wandelen in de bergen. Ruth blijft enkele dagen in Karakol om bij te rusten. Gegroet! Na een nachtje slapen in de yurt van het hotel stappen we terug onze fiets op om de laatste dagen Tadzjikistan door te bollen. We vertrekken samen met Beat (Zwitser), Caroline en Jerry (Amerikaans Brits koppel). Het is heerlijk om weer over asfaltweg te rijden en er passeren amper auto's. Tegen de late namiddag beginnen we aan de Ak- Baital Pass, de hoogste die we tot hiertoe met de fiets doen. Halfweg de pass stoppen we nog voor chai en krijgen we er heerlijk brood bij. Het is nog warm als de vrouw des huizes het voor ons in stukken scheurt. Opgewarmd en uitgerust fietsen we de laatste kilometers naar boven. Het is een geweldig gevoel om boven te komen op 4607 m, om nog maar van het uitzicht te zwijgen, prachtig! Gezien het al laat is, dalen we een klein stukje af om daar dicht bij de rivier de tent op te stellen. We koken samen met Beat onze noedels en vertrekken daarna al snel naar dromenland. Al duurt dat niet lang. Bob wordt 's nachts ziek en moet enkele keren uit de tent. 's Ochtends is Bob nog ziek. Hij rust nog even en we besluiten dan toch verder te fietsen. Het is een zware dag voor Bob en de wind van voor maakt het nog zwaarder. Samen zetten we door en komen we aan in Karakol, een klein bizar dorpje aan het gelijknamige meer. We zoeken er een homestay waar Ruth een soepje voor Bob maakt terwijl hij rust. De volgende dag is Bob weer beter. Slaap doet wonderen. We wandelen naar het meer en genieten van het prachtige uitzicht. Halfweg de namiddag vertrekken we voor een kort fietstochtje om voor de pass onze tent op te stellen. Na weer een goede nacht, trekken we er weer op uit voor een stevige dag fietsen. Vandaag zeggen we Tadzjikistan gedag en gaan we Kyrgystan binnen. Hiervoor moeten we 2 passen over die opnieuw gepaard gaan met prachtige uitzicht. We merken ook dat we de voorbije weken al goed getraind hebben gezien deze steeds beter gaan. Net voor de 2e pass komen we ook Beat terug tegen. We zullen samen fietsen tot Osh. Gedurende de voorbije dagen hebben we steeds naast een hek met prikkeldraad gefietst. Volgens de Chinezen is dit de grens tussen China en Tadzjikistan. De echte grens ligt echter op de bergkam. De Chinezen hebben een stukje Tadzjikistan opgekocht om toch maar een hek te kunnen zetten. We zijn dus wel heel dicht bij China geweest. Als we de grens van Tadzjikistan over gaan, komen we in een stuk niemandsland van een 20 tal km. Gek om weten dat er effectief een huis staat. Het zijn wel 20 prachtige kilometers. De vallei waarin we terecht komen is kleurrijk en je kan er kilometers ver kijken. We fietsen verder tot in Sary Tash, het eerste dorpje in Kirgizië waar we de nacht doorbrengen in een homestay. De volgende ochtend vetrekken we met 3 richting Osh, waar we 2 dagen over zullen doen. Halfweg de eerste klim komt een regenbui opzetten. Na lange tijd nog eens een spatje regen, daar kunnen we wel tegen. Regenjas en broek aan en verder gaan. Bij de afdaling staat Willem (Nederlander die we al vaker ontmoet hebben) in het eerstvolgende dorpje te schuilen. Na de hevigste regen fietsen we met 4 verder. Vanaf dan begint ook onze zoektocht naar een restaurantje. Na 40 km hebben we prijs en krijgen we een soepje. Als we terug willen vertrekken, maakt de dame van het restaurant ons duidelijk dat de weg is afgesloten. Uiteraard willen we dit met onze eigen ogen zien en vertrekken we toch. Na een 4 tal km en enkele stenen op de weg van rockslides komen we aan een lange rij auto's. Als we deze voorbij zijn zien we en gigantische modderstroom op de weg, veroorzaakt door de hevige regenval. We kunnen er effectief niet door. We keren terug naar het restaurantje en besluiten de volgende dag opnieuw te proberen. We slapen in de tuin van het restaurant nadat we er nog avondeten eten. Voor dit restaurant vermoedelijk een topdag gezien iedereen hier stopte o.w.v. de modderstroom. Er staat een stevige dag op het programma gezien we gisteren niet op onze voorziene bestemming geraakt zijn.
Na 115 km en een uitdagende bergpas arriveren we in Osh. De hele dag uitkijken naar een lekkere douche. Valt dat even tegen als je aankomt en de stad zonder water zit o.w.v. de hevige regenval van gisteren. Geen douche mogelijk. Zonder wassen op restaurant is geen optie. Dan maar creatief flessen water halen in de winkel en onszelf daarmee wassen. Per ongeluk bruiswater, een sprankelende douche dus! De volgende dagen genieten we van heel veel niets doen, lekker vers eten, restaurantjes, koffietjes... De rust doet goed en we laden ons weer op om verder richting het noorden te fietsen. Tot gauw! Na een heerlijk ontbijt gaan we in Khorogh nog snel naar de bazaar en langs het informatiekantoor voor internet en zijn we klaar om het verlaten Pamir gebergte in te trekken. De eerste kilometers is het aangenaam fietsen in de Shakdara vallei. In de kleine dorpjes worden we aangemoedigd door de bewoners. Met de wind in de rug fietsen we in volle vaart naar een mooie kampeerplaats langs de rivier. Voor het eerst trekken we een dikke trui aan en hebben we onze warme slaapzak nodig. Met een ruisende rivier op de achtergrond vallen we in slaap. Als we wakker worden hebben we gezelschap, een koe staat naast onze tent. We vertrekken voor opnieuw een prachtige traject langs een diep ingesneden canyon waar de rivier zich in spectaculaire bochten wringt. De ondergrond is goed en rustig klimmen we boven de hoge bergen uit. Ineens is het gedaan met de goede weg en krijgen we daarbovenop een hoop vliegen rond ons hoofd. Af en toe verdwijnt er eentje in neus of mond. Dankzij de rivier is er nog goed heel wat groen. Na de middag houden we halt aan een natuurlijke warmwaterbron waarin we uiteraard even ontspannen. Nadien zijn we niet veel meer waard en zoeken we een kampeerplek. We ontwaken en willen liever de tent niet uit. Het is namelijk ijzig koud nu we hoger in de bergen zitten. Eens de zon er is is het heerlijk: opstaan en fietsen. Eerst nog in de shakdara vallei en daarna klimmen tot 4000m. Onderweg volgen we prachtige bergriviertjes. Het lijkt wel of we op Mars fietsen. We kunnen eindeloos ver kijken ,enorme bergen strekken zich voor ons uit. Zo nu en dan zien we de Karl Marx en Engels piek, twee met sneeuw bedekte bergtoppen van + 6000m. 's Middags beginnen we aan de Maysara Pass: 15 km klimmen. Moet te doen zijn denken we. Maps.me vertelt ons dat het een 'rough location' is en al snel ondervinden we dat aan den lijve. De Pass ligt er met momenten erg slecht bij en we moeten vaak van onze fiets omdat het te stijl is. De fiets bergop duwen dus. Een keer komt er een man met een ezel langs. Hij springt eraf en duwt Ruths fiets de stijle helling op. Wat een lieve mensen hier. Onderweg zien we geregeld dieren die op deze hoogte leven. Marmotten trippelen voortdurend over de bergen. Lang laten ze zich niet zien, met een luid fluitsignaal verdwijnen ze in hun holletje. Ook komen we yaks tegen: langharige bergkoeien met dikke hoorns die enkel op grote hoogte leven. Boven hebben we opnieuw een heel mooi uitzicht. Een bergmeer op 4200m. Omwille van de ijzig koude wind dalen we toch maar snel af. Slapen op deze winderige hoogte is zeker niet aangenaam. De afdaling is zwaar en koud, we zijn heel moe en Ruth zit aan het eind van haar Latijn. Toch zit er maar 1 ding op: verder rijden tot we een goede kampeerplaats tegenkomen. We rijden over een heuveltje en zien dat we een rivier moeten oversteken. Valt dat even tegen. Alle bagage van de fiets, zakken naar de overkant, fiets naar de overkant en weer verder. Gelukkig krijgen we hulp van een boer die aan de rivier woont. Hij en zijn kleinzoon helpen ons met het sjouwen van de zakken. Even verder vinden we een plekje waar we de tent kunnen opzetten. Snel maken we de slaapzakken klaar zodat we hierin eerst kunnen opwarmen. We bereiden ons een potje noedels in de tent en dik ingeduffeld vallen we in slaap, hopend dat het zonnetje ons morgen opwarmt. De zon is van de partij, en dat is ook het enige positieve van de ochtend. Opnieuw wil het vuurtje niet werken, er waait een ijzige wind.... Met een lege maag dalen we af, de weg ligt er erbarmelijk bij waardoor we zelfs bergaf geregeld de fiets af moeten. Beneden in de vallei moeten we een ommetje maken omdat we de rivier anders niet over geraken..... Gelukkig krijgen we nu het vuurtje wel aan de praat en kunnen we ontbijten. We maken ons klaar voor de volgende bergpass, opnieuw naar 4200m. De weg ligt er ditmaal beter bij waardoor we meer kunnen genieten van de machtige, besneeuwde bergen rondom ons. Regelmatig houden we even halt. De diverse landschappen blijven ons verrassen. Omdat we moe zijn en niet zeker weten of ons vuurtje wel zal werken fietsen we verder tot Alichur, een klein bergdorpje met niet meer dan 100 huizen op 3900m. We slapen er in een homestay waar we genieten van een avondmaal met Yakyoghurt, een traditionele saunadouche en een heerlijk warm bed. We slapen heerlijk, nemen rustig de tijd om op te staan en krijgen een lekker ontbijt voorgeschoteld. We wandelen naar het plaatselijke supermarktje om voorraad mee te nemen voor het geval ons vuurtje niet werkt. Van onze homestay krijgen we nog 4 broden mee. Tegen de middag vertrekken we richting Yashikul (kul betekent lake, dus we fietsen richting een gigameer) en verheugen ons op het kamperen aan een hotspring. Tot we op een rivier stuiten. Midden in de vallei staat een huisje en daar vragen we waar we de rivier richting de hotspring over kunnen. Met de fiets is dat onmogelijk blijkt maar meteen nodigt het gezin ons uit om chai drinken. We krijgen niet alleen chai, maar ook een hoop brood, eigenmaak yakyoghurt en een soort kaas. Als we proberen te vragen of we onze tent achter hun huisje mogen zetten, zeggen ze dat we lekker warm bij hen binnen mogen slapen. We genieten in alle rust van de prachtige omgeving, gaan samen met de zoon vissen en halen mee de yaks binnen. De verse vis belandt op ons bord. Al deze gastvrijheid staat in groot contrast met de aanslag op fietsers waarvan we onderweg vanalles opvangen. We kijken naar de sterrenhemel en vallen daarna knus naast de stoof in slaap. Als we om half 6 één oog open doen is de vrouw des huizes de yaks al aan't melken en maakt de zoon het ontbijt klaar. Even later krijgen we een warme kom yakmelk bij het ontbijt. Wanneer we onderweg zijn richting onze 5e Tadjikse bergpass zijn we blij dat we de Wackanvallei niet genomen hebben. De weg bestaat hoofdzakelijk uit wasbord en los zand, heerlijk om je buik door elkaar te laten schudden. We kamperen op de grens met Afghanistan, waar we aan de andere kant van de rivier kamelen zien ronddolen. Als we 's ochtends vertrekkensklaar zijn, komen Louic en Tom, een Zwitser en een Brit die we eerder ontmoetten in Samarkand en Dushanbe, voorbij. Samen fietsen we door naar Zorkul, een gigantisch groot mooi meer op 4100m. We hebben opnieuw het gevoel dat we op het dak van de wereld fietsen. 's Avonds genieten we van een zotte sterrenhemel en van een zelfgestookt vuur met jawel.... gedroogde koeienkak. Een vuurtje is geen overbodige luxe bij deze koude temperatuur. De nacht was effectief ijskoud. Als we 's ochtends de drinkenbus nemen om de kookpot te vullen, is deze bevroren. We fietsen verder en Ruth bereikt vandaag haar eerste 1000 km! We passeren weer een hotspring waar we ons wassen. Met hotspring bedoelen we ook echt super heet water (45 graden op zijn minst). We kamperen 500m verder, het hete bad heeft ons murw gemaakt, bij een rivier die in verschillende kleine riviertjes vertakt. Vandaag fietsen we tot in Murgab, een grote plaats waar we een warm bed gaan opzoeken. Het is weerom een prachtige dag fietsen doorheen een wondermooie vallei. We zijn moe maar samen geraken we tot in Murgab. Tijd om de benen en het kopke te laten rusten. We dachten hier wifi te vinden maar dat is hier nog niet aan de orde. In het hotel waar we verblijven is er enkel elektriciteit tussen 19u30 en 23u en maken ze zelf 'stromend water' . Een heel andere manier van leven dus. Toch confronterend, wetende dat dit de hoofdstad is van deze regio. Wel vinden we hier de voorraad die we nodig hebben (en ook chocolade, snickers, snoepjes... om de suikers aan te vullen). We genieten van de rust en zitten met ons hoofd nog in de prachtige natuur van de voorbije dagen. Deze stad is ook een tussenstop voor alle fietsers. Het fietsenkot dat ze voorzien is met een 20-tal plaatsen dan ook te klein. 's Avonds zitten we gezellig te babbelen en ervaringen uit te wisselen. Een van onze kamergenoten is zo vriendelijk om zijn simkaart aan ons te geven. Hierdoor hebben we internet en kunnen we de hele dag wat opzoeken en onze reis verder plannen. We beslissen ons oorspronkelijk plan overboord te gooien en Rusland, Mongolië en China niet te doen. We hebben niet veel zin in de enorme rompslomp (en kosten) die de visa met zich meebrengen. Onze goesting om naar Zuidoost-Azië te trekken is groter.
We vinden een goedkope vlucht van Bisjkek naar New Delhi. Op 7 september vliegen we naar India. Wie weet gaan we later van daaruit China nog binnen. Morgen trekken we weer verder op de fiets richting Kirgizië. Tot later! Na een rustige ochtend met ontbijt in the Green House Hostel, verlaten we in de late voormiddag Doesjambe. Het is warm maar aangenaam fietsen. Langzaam stijgend beklimmen we een grote heuvel, 's avonds dalen we af doorheen een diepe Canyon die ons tot bij een bergrivier brengt die we de komende twee dagen zullen volgen. Na een lange dag fietsen zoeken we daar een kampeerplaats. We klimmen weg van onze kampeerplaats terug naar de weg die hoog boven de rivier slingert. We genieten van de spectaculaire uitzichten. De weg gaat over in een slechte onverharde rotsige weg en dit voor de rest van de dag. Irritatie volop! 's Avonds kamperen we wel met een prachtig uitzicht op de vallei. De volgende ochtend blijft de weg in erbarmelijke staat maar iets beter dan gisteren. Doorheen een diepe canyon met een wilde rivier fietsen we eenzaam naar boven. Soms passeren we enkele huizen die een dorpje vormen. 's Middags krijgen we een versgebakken brood en thee aangeboden, wat we met veel plezier aannemen. 's Avonds gaat de vallei open en slapen we op de oever met een prachtig uitzicht op de rotsformatie. Na een frisse duik koken we spaghetti en slapen heerlijk met het geluid van de kolkende rivier op de achtergrond. 's Morgens maken we ons klaar om de langste pass van onze tocht door de Pamir aan te vangen. Na nog enkele spectaculaire uitzichten op de rivier, rijden we een nieuwe vallei in. Na een zware dag fietsen in alle stilte, bereiken we uitgeput de pass, de onverharde weg heeft al onze krachten gekost. Na enkele kilometers afdalen beslissen we een kampeerplaats zoeken. Niet simpel als de weg hoog in de rotsen is uitgehouwen naast een ravijn, enkele honderden meters dieper. Uiteindelijk kamperen we naast een bijenwagen, waar Ruth enkele steken oploopt. Uitgeput vallen we in slaap! 's Ochtends heeft ons vuurtje het begeven en moet het ontbijt wachten tot in de grote plaats beneden in de vallei. Na een adembenemende en steile afdaling genieten we van ons welverdiende ontbijt en beginnen we aan onze lange tocht langsheen de rivier en de Afghaanse grens. Na een tiental kilometer voelt Ruth zich onwel en zoeken we een zeldzame plaats in de schaduw. Ruths bijensteken zijn erg opgezwollen en haar linkeroog zit volledig dicht, fietsen is niet mogelijk in deze toestand. Toevallig stopt er een oude Mercedes truck met twee Catalanen. De twee broers bieden ons hulp aan en we accepteren hun verzoek om mee te rijden. Zo vervolgen we onze hobbelige weg in hun geweldige Moby Dick, zoals ze hun campervan genoemd hebben! 's Avonds, na zonsondergang, worden we door de grenspolitie met grote geweren naar een 'veilige' plek gebracht om daar opnieuw onze tent op te stellen. Nadat Gium en Elià lekker voor ons hebben gekookt, drinken we nog iets en kruipen we in onze tent. Ruth heeft besloten dat het maar best is om nog een dag mee te rijden met de broers. Een militaire stoet van wel meer dan 40 tanks, racketlanceerders, vrachtwagens, etc.passeert ons langs het smalle weggetje langsheen de grensrivier. Al sinds gisteren loopt er aan de andere zijde ook een weg die zich soms nog spectaculairder langs en door de rotsen slingert. Het is een raar gevoel dat wij met veel angst naar Afghanistan kijken, terwijl het leven in de kleine dorpjes er vredig aan toe gaat. Met spectaculaire uitzichten hobbelen we heel de dag verder, 's avonds kamperen we op een voetbalveld. Elià verrast ons met een fles palinka, nog een soevenier uit Roemenië, waarna we in een diepe slaap verdwijnen. 's Ochtends doet Ruth enkele testrondjes met de fiets en besluiten we om toch ook de laatste kilometers naar Khorogh met Moby Dick mee te rijden. Voor we vertrekken krijgen we nog verse melk, een zak komkommers en kilo's gedroogde tuth van onze overburen. De laatste zestig kilometers is de weg in betere staat. Onderweg nemen we nog een duik in een heerlijk fris bergmeer. In Khorogh genieten we van al het eten en het gemak dat een bergstadje op meer dan 2000m kan bieden. We slapen bij een gezin dat ons een bed aanbiedt in hun Pamir house, een traditionele houten ruimte die is aangekleed met tapijten: gezellig! Op 100 m van dit huis ligt midden in het park een groot zwembad waar we kunnen zwemmen met zicht op de gigantische bergen. 's Avonds gaan we eten met de twee broers en nemen vervolgens afscheid.
Omdat er een traditioneel festival plaatsvindt is het huidige guesthouse volgeboekt en verhuizen we naar een ander gezellig huis, waar we opnieuw warm onthaald worden. Voor de afwisseling doen we een wandeling in de bergen rondom de stad. 's Avonds genieten we van een avondmaal bij het gastgezin en kruipen op tijd in ons bed. Uitrusten doet deugd. De volgende dag trekken we naar de plaatselijke bazaar om onze voorraad terug aan te vullen gezien er de volgende weken in de Pamir weinig te vinden zal zijn. We organiseren en pakken onze spullen om er morgen opnieuw op uit te trekken maar 's avonds leven we ons eerst nog uit op het traditionele The 'Roof of the World' festival met veel dansen en zingen. Tot gauw! Dag 120/131- Samarkand ° Bukhara ° Khiva ° Bukhara ° Samarkand ° Panjakent ° Ayni ° Dushanbe7/18/2018 Na een geweldig afscheid van familie en vrienden in België , ontmoeten we elkaar midden in de nacht op de luchthaven van Samarkand. Heerlijk om elkaar terug te zien! Bob draagt nog steeds zijn T-shirt van de Rode Duivels, de vraag is of hij deze wel überhaupt uitdeed na de match van 3 uur daarvoor tegen Brazilië. Daaruit kan Ruth natuurlijk opmaken dat we dan onze plaats in de halve finale gehaald hebben. Bij een opkomende zon knutselen we de fiets van Ruth in elkaar. Een dik uur later komen we aan in het hostel. De eerste kilometers zitten er op, al stockeren we de fietsen voor een weekje in het hostel in Samarkand om onze reis verder te zetten met de ouders van Bob en te genieten van de tijd die we samen hebben. Na een dutje nemen we de trein richting Bukhara, een mooie stad en wauw wat een chique hotel, nog even verwennerij door de ouders van Bob voor we enkele maanden van kamperen tot hostel trekken. 's Avonds gezellig eten en Bob kan weer een pintje drinken na enkele dagen buikoverhoopliggende materie (de details besparen we jullie graag al hebben we er alle 4 van mogen genieten). De combinatie van de warmte en olierijk/vettig vlees voedsel zorgden ervoor dat onze buiken even geheel overhoop laggen. Goed dat Ellen nog wat medicamenten hiertegen bij had (uiteraard, als je ziek bent, heb je mama's nodig die met redmiddeltjes komen). Aangevuld met de actieve kool die Bibi, onze gids van zaterdag voor ons regelt in de plaatselijke apotheek geraken we er allemaal weer terug op orde. Zaterdag staat er dus een wandeling met gids op het programma, Bibi, de eigenares van het hotel, loodst ons door de stad met een rijkelijke en diepgewortelde geschiedenis. Van grote veroveringstochten die zorgen voor grote kastelen met gigantische muren een heel mooie openluchtmoskee. De Islam is de voornaamste religie in Oezbekistan, al merk je hier in het straatbeeld weinig van. Ze beleven het hier op een heel open manier. Van Bukhara tot Khiva kunnen we genieten van een luxueuze rit in een busje met airco. Heerlijk wetende dat de temperatuur in de woestijn, waar we nagenoeg de hele dag door rijden, pakweg 45 en tot 50 graden kan gaan. We kunnen het aan den lijve ondervinden als we 's middags voor lunch in een plaatselijke restaurant stoppen en de zweetdruppels snel weer tevoorschijn komen. Tegenover het restaurant staat een smeulende, uitgebrande vrachtwagen. De dag ervoor gebeurde er jammer genoeg een dodelijk ongeluk. De chauffeur was in slaap gevallen en achterop een andere vrachtwagen in gereden. Vermoedelijk de enige 250 km waar je in slaap kan vallen gezien enkel daar goede weg ligt tussen deze steden. Elders moet je heus wel opletten voor putten, omhooggekomen asfalt, nog wat putten, een diepe borduur naast de weg en meer van dat. Volgens onze taxichauffeur was de parallelweg nog erger. Moeilijk in te beelden dat dit zelfs kan. In Khiva aangekomen, worden we meteen aangenaam verrast door de charme die dit stadje te bieden heeft. We vergeten daardoor snel dat we per ongeluk bij het verkeerde hotel stonden, al bleek achteraf dat we wel bij het beste hebben ingecheckt. We dineren op een terras met mooi uitzicht. De volgende dag laten we ons opnieuw in de geschiedenis van de stad onderdompelen met een gids. We zoeken steeds de schaduwplekjes op vanwege de warmte. Als je jezelf dan bedenkt dat ze van Istanbul tot Beijing toch wel een tiental jaar onderweg waren, gepakt, gezakt met hun kamelen en in deze verschroeiende hitte, daar moet doorzettingsvermogen mee gepaard zijn gegaan. Het stadcentrum is autovrij en helemaal ommuurd. Dit geeft een heerlijke rust. In Khiva staat een prachtige moskee. 120 houten pilaren die stuk voor stuk anders zijn uitgesneden. Enkele zijn zelfs nog de originele van 1000 jaar geleden, en sommigen zwart aangelopen van brandstichting door veroveraars in het verleden. Al sloeg men er nooit in de moskee klein te krijgen, zelfs de grootste heerser Djenges Khan moest hem laten staan. 2 glazen dakjes zorgen voor een natuurlijke lichtinval en het geeft een zalig gevoel er in alle rust en aangename temperatuur te kunnen vertoeven. We krijgen de kans de minaret van deze moskee te beklimmen. Hijgend van de inspanning kruipen we naar boven en kijken we uit over de prachtige stad. Wetende dat de imam dit dagelijks 5 keer deed, die moet een stevige conditie hebben gehad. 's Avonds installeren ze in het hotel speciaal voor ons een groot scherm waar we de voetbal kunnen bekijken na het verorberen van een Oezbeekse, stevige pizza. Jammer genoeg zonder overwinning. 's Ochtend vroeg is het tijd om afscheid te nemen van de familie 'van Riel'. Eerd en Ellen zetten hun weg naar huis terug in. Het was zalig enkele dagen te hebben doorgebracht met hen! Dankjewel voor de goede zorgen! Wij kruipen nog even terug in bed, genieten van een uitgebreid ontbijt en vertrekken richting een Hostel in Khiva. De volgende dag lopen we bij toeval op een fietser die een taxi neemt van Khiva naar Bukhara. Hij vraagt of we willen meegaan en de prijs willen delen. We twijfelen even omdat we eigenlijk al treintickets hebben, enkel moeten we dan nog 2 dagen wachten, waar we geen zin in hebben. We besluiten mee te gaan en onze tickets te ruilen. Opnieuw de rit in de broeierige warmte, ditmaal zonder airco. Vrijdag ochtend vroeg arriveren we terug in Samarkand. Na deze mooie en leuke cultuurtrip hebben we 2 dagen om alles voor te bereiden en richting Dushanbe in Tadzjikistan te trekken. Ons fietsersgat zit op hete kolen, dus we hebben er enorm veel zin in. Alles klaar en hupla de fiets op, daar keken we enorm naar uit. In het begin nog plat uit de stad, maar meer en meer de natuur in en de daarbij horende klimmen en dalen. 's middags, net na de vlotte grensovergang naar Tadzjikistan, kunnen we weeral gelijk genieten van de gastvriendelijkheid van de Tadzjikken. Terwijl we eten, stopt een gezinnetje die met hun ezel op pad zijn. We krijgen een grote handvol abrikoosjes, heerlijk om op de peuzelen. We geven in ruil dan maar een wafeltje van moemoe, wat de 2 jongens met veel smaak binnen spelen. Na een eerste dag van 115 km zijn we alletwee goed moe en kamperen we naast de rivier. Snel na het donker worden, vallen we in slaap. Heerlijk om van de fysieke moeheid in te dommelen. De volgende dag begint direct met klimmen en dalen. In elk dorpje worden we warm onthaald door kinderen die zwaaien, juichen en ons aanmoedigen. Ruth heeft nog nooit zoveel gezwaaid als de afgelopen 3 dagen naar kinderen en plaatselijke dorpsmensen, Bob is hier duidelijk meer aan gewend. Halfweg een klim komt een camionette voorbij getuft. We denken op dat moment nog ieuw wat een stank. Maar al gauw vergeten we dat want even later stoppen ze en doen ze teken dat we mee moeten komen. Blijkt dit de leverancier van de plaatselijke bakkers te zijn en we krijgen heel wat broodjes en zoetigheden voor onderweg. Ruth is er zo van onder de indruk dat het enige wat ze kan, glimlachen is, ze weet zelfs niet wat zeggen buiten speesiba, dankjewel in het Russisch. We merken dat onze benen toch wat geleden hebben na gisteren en stoppen tijdig om de volgende dag er weer tegenaan te kunnen. Het wordt meteen een pittige dag. Een goede eerste kennismaking met wat volgen zal in het Pamirgebergte. Tegen het einde van een lange klim, hijgend, half met onze tong tegen de grond komt een busje met kinderen voorbij die ons volop aanmoedigen, applaudisseren en juichen. Ja... dan geraak je plots wel boven! Al moeten we enkele meters later wel echt stoppen omdat Ruth het klimmen nog niet gewend is. Bovenaan de klim ligt een tunnel van 5 km lang. Van horen zeggen niet aangenaam om door te fietsen o.w.v. stof en uitlaatgassen. We denken eraan een lift te nemen, gezien ons dit wel enkele maanden van ons leven zal besparen. Op een km of 3 van de tunnel stoppen we even om wat te drinken. We worden vrijwel meteen aangesproken door een camionchauffeur die ons mee wil nemen door de tunnel. Fietsen op de camion en enkele km later kunnen we ze er weer afhalen. Tijdens het lunchen 's middags roept een vrouw ons om chai te komen drinken. Overigens niet de eerste die dit vandaag roept. Bob weet dit gemakkelijk af te wenden, Ruth zou zonder Bob vermoedelijk op alles ja zeggen en effectief dubbel zo lang onderweg zijn door de gastvriendelijkheid. We dalen verder richting Dushanbe af en tegen een stevig tempo komen we s avonds aan in Dushanbe. Alvast genoten van de eerste 3 dagen samen fietsen. We nemen een dagje rust en vertrekken nu richting het Pamirgebergte. Laat de beproeving maar komen!
Na weerom een heerlijk ontbijt in de Topchan hostel in Tasjkent verlaat ik de hoofdstad. Het is broeierig heet, meer dan 40 graden. Het doet deugd om weer op de fiets te zitten en ik geniet van de vriendelijke Oezbeken. Ik sla een praatje met enkele gemeentewerkers en drink een liter zoute melk bij een vrouw die steeds 'I love you' zegt met een mond vol goud. Meer dan honderd kilometer is niet mogelijk bij deze temperatuur en ik stop bij een winkeltje naast de weg. Door de hitte ben ik volledig uitgeput en heb ik nood aan vocht en eten! Na het kijken van de WK voetbalmatchen besluit ik om er ook te blijven slapen. Bij de eerste zonnestralen sta ik op en bestel ik een stevig ontbijt. Omwille van de hitte pauzeer ik na 40 km, eet wat en doe een dutje op een ligbed. 's Namiddags blijkt mijn gsm oververhit en terwijl ik deze koel in een frigo zakt mijn fiets rustig weg in het asfalt. Op het einde van de dag neem ik een verfrissende duik in één van de vele irrigatiekanalen die het gebied van water voorzien. Ik heb er gezelschap van de lokale jeugd waarmee ik nadien nog een potje voetbal speel. Ik zoek een slaapplaats met een tv: de Belgen spelen vanavond om 23u tegen Japan. Bij een klein restaurantje stop ik. Ik krijg er eten met vodka en ze kunnen de match uitzenden. De kleine beeldbuis geeft enkel blauw beeld maar ik stel me daar tevreden mee. Na een stevig dutje op een houten bed onder een boom in de boomgaard word ik gewekt wanneer de aftrap wordt gegeven. Ik krijg opnieuw lekker te eten, drank en thee. Na een spannende match winnen de Belgen en is iedereen gelukkig! Ik word enkele keren gewekt maar blijf lekker liggen: de hitte is te uitputtend. Na een ontbijt neem ik afscheid en vertrek ik voor de laatste honderd kilometer. Wanneer ik er 's avonds aankom ben ik in een euforische stemming: een tweede mijlpaal, het mythische Samarkand is bereikt. Morgen komen mijn ouders en enkele dagen later Ruth! Ik verblijf in een hostel waar ik eerst goed uitrust. Na een lange nacht en pover ontbijt ga ik naar het hotel van mijn ouders. Het is een geweldig weerzien en we genieten van het samenzijn, verhalen worden uitgewisseld. Mijn maag is van slag door de hitte en het vettige eten van Oezbekistan waardoor ik niet 100% ben. Het wordt een rustige dag.
's Ochtends word ik opgepikt en verkennen we met een gids de stad. Het verleden van Amir Timur, de derde grootste veroveraar na Alexander de Grote, wordt ons duidelijk door de vele prachtige monumenten en de verhalen van de gids. 's Avonds gaan we lekker eten en nemen we voor kort weer even afscheid. Mijn ouders gaan al naar Buchara, ik wacht nog een dag in Samarkand op Ruth. Mijn laatste dag slaap ik veel. Ik ben al enkele dagen niet goed en heb rust nodig. 's Avonds speelt België tegen Brazilië waarvoor ik de living van het hostel inricht met de Belgische driekleur. De zenuwen worden behoorlijk op de proef gesteld, maar ...... België wint! Ik kruip nog even in bed om tegen 3u op te staan en naar de luchthaven te fietsen. Ruth is nu heel dichtbij! Spannend... Het alleen-reizen zit er bijna op, binnen enkele dagen zet ik dit prachtige avontuur verder met mijn vriendin Ruthje!
De afgelopen maanden hebben veel mensen op mijn verhalen gereageerd, en dat heeft me steeds veel deugd gedaan. Bij deze wil ik iedereen bedanken die op welke manier dan ook meeleeft met de reis die ik onderneem. Het was steeds een verrassing om te lezen of te horen hoe bekenden en minder- of onbekenden geïnteresseerd waren in de avonturen die ik beleef en hoe ik ze ervaar. Bij deze... bedankt aan jullie allemaal! Het is al warm wanneer ik opsta en de rest van de dag is het dat nog meer. Onderweg passeer ik een meer waar ik even stop om een verfrissende plons te nemen. Wanneer een slang me voorbij zwemt kom ik er snel uit en fiets ik verder. 's Avonds arriveer ik in een stadje en besluit om er te overnachten. Na een dag fietsen in de hitte kan ik mijn fietskledij bijna rechtzetten vanwege al het uitgezwete zout. Ik word uitgenodigd bij twee jonge mannen, eet eerst gratis kebap bij een slager en samen kijken we een wereldbekerwedstrijd tussen Iran en Marokko. Iran wint de wedstrijd en heel de stad is plots vervuld van toeterende auto's met daarin uitbundige Iraniërs. Brommers branden hun banden op door rondjes te draaien en ik maak kennis met het bizarre verleidingsspel tussen jongens en meisjes die elkaar vanuit de auto onopvallend verleiden. Een Iraanse relatie is niet toegestaan en blijft geheim tot men trouwt. 's Nachts drink ik vodka en rijd ik tot laat door de straten in een auto met luide muziek. Het is een bizarre avond. De volgende ochtend verloopt maar moeizaam. De drank van gisteren en de hitte spelen me parten. Ik fiets bergop tot ik opnieuw in de natuur ben, en vind een rustig kampeerplekje naast een rivier die verscholen ligt tussen rotsen en grote oude bomen. Uitgeput sla ik mijn avondeten over en kruip nog voor het donker mijn tent in. De volgende ochtend sta ik vroeg op om de hitte zo veel mogelijk te ontlopen en zet de beklimming verder. Na veel puffen maar ook veel mooie natuur onderweg bereik ik de bergpas en neem ik een duik in het bergmeer bovenaan. Het landschap verandert in rotsen en zand: ik ben aangekomen bij de woestijn! Ondanks de hitte geniet ik van het uitgestrekte landschap. Ik kampeer in de woestijn. 'n Nachts is er maar weinig afkoeling en er waait een stevige wind. De volgende dag wil ik een grotere plaats bereiken om er de Belgen tegen Panama te zien voetballen. Het is vlak fietsen door dorre landschappen met de wind in de rug. Tegen de avond heb ik 180 km afgelegd en zoek ik een tv. Ik krijg er ook eten en drinken en ze brengen me naar een parkje met een sanitaire blok. Na enkele glaasjes cay overnacht ik in mijn tent. 's Ochtends krijg ik ontbijt op bed, en de tocht gaat verder door de verschroeiende woestijn. Het wordt een korte fietsdag. Vanwege de drukte op de weg en het monotome woestijnlandschap besluit ik om een trein naar Mashad te nemen . De trein vertrekt pas 's avonds, en in het station word ik uitgenodigd bij een gezin waar ik mag douchen, de was mag doen en eten krijg. Na een dutje word ik naar het station gebracht waar ik de trein neem. Op de trein ontmoet ik een jonge student die me een slaapplaats aanbiedt in Mashad. Ik aanvaard het graag en kom terecht in een warm gezin, waar ik een laat avondmaal krijg vooraleer ik in bed kruip. De volgende dag ga ik langs de ambassade voor mijn visum voor Turkmenistan. Er is iets mis gelopen en het zal pas drie dagen later klaar zijn. Ik besluit om bij het gezin te blijven. Ze bezitten enkele winkels met handgemaakte (zijden) Perzische tapijten en ik leef enkele dagen met hen mee. Ik geniet van de goede zorgen en de rust in een door airco gekoeld appartement. Tussendoor breng ik een bezoek aan de grootste bedevaartplaats in Iran, het graf van de achtste Imam Reza. Om niet verveeld te raken, trek ik er met Ardalan op uit om een nacht te kamperen in de natuur. Naast zijn kennis over de bergen, leer ik hem genieten van het reizen met de fiets. Onderweg krijg ik van een slager het beste vlees om later deze dag klaar te maken op een bbq. Doorheen een koele vallei die overdekt is met bomen, fietsen we tot in Kang, een bergdorp gebouwd tegen een bergflank met huizen uit klei en stro. Langs een riviertje vinden we een kampeerplek en maken we vuur voor de bbq. De omgeving staat vol met kleine kersenboompjes die bulken van de donkerrode kersen! Na een stevig avondmaal slapen we in openlucht onder een prachtige sterrenhemel. 's Ochtends fietsen we in een snel tempo bergaf terug naar Mashad om tijdig bij de Turkmeense ambassade te geraken. Daar aangekomen krijg ik het teleurstellende nieuws dat mijn visum is afgewezen. Na even balen kan ik me gelukkig snel over deze tegenslag zetten en ga ik op zoek naar een goedkoop vliegticket. Een dag later vertrek ik dan maar terug naar Teheran met de trein om daar het vliegtuig te nemen. De fiets uit elkaar halen neemt een dag in beslag, bepaalde onderdelen heb ik blijkbaar stevig vastgezet na duizenden kilometers fietsen. Met mijn fiets in een grote doos en een grote zak met mijn tassen word ik naar het treinstation gebracht en neem er afscheid van de familie van Ardalan. Omdat ik nu enkele dagen tijd 'over' heb, ga ik de vulkaan Damavand beklimmen. Nadat ik mijn fiets heb achtergelaten bij het depot van het station vertrek ik al liftend naar de voet van de vulkaan. Liften brengt steeds onverwachte ontmoetingen met zich mee. Zo start ik mijn klim met enkele gepensioneerde gidsen die verse melk en yoghurt gaan halen bij een herder in de bergen. Via binnenwegen wandel ik tot de tweede shelter, waar ik de nacht doorbreng in openlucht. Zonder slaapzak is het toch maar fris en slaap ik slecht. Bij de eerste schemering sta ik dan maar op, ontbijt snel en begin ik aan de klim naar de laatste shelter op 4200m hoogte. Een mooi bergpad slingert rustig omhoog. Onderweg ontmoet ik nog twee vroege vogels, met wie ik de laatste kilometers samen verder klim. Na vier uur stevig doorwandelen komen we aan in een verlaten shelter. De aanwezige gasten zijn immers bezig met hun beklimming naar de bergtop. Ik vul de dag met gesprekken, wat eten en vooral genieten van de stilte en de prachtige uitzichten. Damavand is immers een eenzame berg die hoog boven het omliggende landschap uitsteekt. Ik maak mijn rugzak klaar voor de klim. Ik wil morgen in alle vroegte vertrekken. Om 4 uur gaat de wekker en nog voor de eerste zonnestralen de horizon oplichten vertrek ik. Met een koplamp begin ik als eerste aan de beklimming. Het is een afwisseling van steile bergpaden en los vulkanisch gesteente. De sneeuw die ik passeer is nog beenhard, wat de reden is voor het vroege vertrek. Net voor de top passeer ik een vulkanisch gasveld waar her en der gaswolken ontsnappen uit de bodem. Vanwege de onvoorspelbare wind kom ik soms in zo'n wolk terecht, waarna het moeilijk ademen is. Uiteindelijk bereik ik de top/krater: met zijn 5671m het hoogste punt van Iran, een waanzinnig uitzicht. Het geeft me een enorme adrealineboost. Mijn afdaling doe ik, op aanraden van degenen die gisteren de piek beklommen, al glijdend door de sneeuw op mijn gladde Ortliebtas. Op een klein uur ben ik weer bij de shelter, het ging heel snel en was ontzettend leuk! Na een portie warme noodels daal ik verder af. Onderweg passeer ik twee mannen die als voorbereiding op de Leninpeak (7134 m) een nacht hebben gekampeerd op de krater. We dalen samen verder af. Ze geven me een lift naar Teheran en ik word uitgenodigd bij vrienden van hen om er te slapen. Na een hoognodige douche en een korte nacht word ik tot aan het treinstation gebracht. Ik haal er mijn fiets en bagage op. Een grappige taxichauffeur rijdt me naar de luchthaven en ik zorg ervoor dat mijn fiets mee op het vliegtuig gaat. Wanneer ik aankom in Tasjkent (Oezbekistan) ben ik blij dat mijn fiets, die uit een gehavende doos komt, nog helemaal ik orde is. Goed ingepakt dus! Ik beland plots in een nieuwe cultuur, met de fiets zijn overgangen minder abrupt. Oezbekistan is ook Islamitisch, maar alcool is er geen probleem en ik kijk mijn ogen uit naar al die korte zomerse kleding, toch even verwarrrend. Na geld te wisselen, een sim-kaart te kopen en lekker te eten, ga ik naar een hostel om er uit te rusten.
Ik rust goed uit, geniet van het vrije internet en kan opnieuw mijn blog bewerken. In de namiddag verken ik Tasjkent met de fiets, bezoek de bijzondere bazaar en hang wat rond op de bekende pleinen tijdens een zwoele zaterdagavond. Ik geniet opnieuw van het heerlijke gouden alsook koude gerstennat om uiteindelijk na wat WK voetbal mijn comfortabel bed op te zoeken. Ik neem de nachttrein naar het zuiden, naar de stad Shiraz. In de slaapcabine is er cay en zoetigheid, wat ik deel met mijn gezelschap, allemaal mannen. Eén van hen is professor Engels aan de universiteit van Teheran, wat voor interessante gesprekken zorgt. Van Javad krijg ik één van zijn ringen als geschenk, wat ik aarzelend aanneem. Het is prachtig reizen met de trein langs een zoutmeer, door verlaten woestijnen en rotsige bergketens. Genietend van deze uitzichten laat ik me een avondmaal in de restauratiewagen welgevallen. Met de trein reizen is steeds genieten!
Ik trotseer de broeiende hitte en lift verder naar een volgende site. Ik drink koffie in een camion en rijd mee op een brommer. Pasagard was ooit een gigantische stad, maar daar blijft niet veel meer van over. Op een uitgestrekte vlakte staan er nog enkele ruïnes en de sobere graftempel van Cyrus de Grote. Met de brommer van een nieuwe vriend overbrug ik de afstanden om op tijd bij de uitgang te geraken. Mijn laatste lift brengt me nog een dikke honderd kilometer verder terwijl ik geniet van het landschap, de ondergaande zon en enkele glazen cay. Ik slaap bij een moskee die ik al van ver zag schitteren. Moskees bieden nagenoeg altijd onderdak aan mensen die een slaapplek nodig hebben.
Tegen de avond neem ik een bus naar Isfahan. De busrit kost evenveel als een ticket voor een monument (duur) of een keer goed eten op restaurant (goedkoop). Bij aankomst word ik opgewacht door een familie die ik een week eerder ontmoette. De tienjarige tweeling praat goed Engels en ze tolken voor de ouders. In goed gezelschap geniet ik opnieuw van een feestmaal, met pizza en mijn eerste glas Iraanse (illegale) wijn, om nadien traditiegetrouw op een tapijt in de woonkamer in slaap te vallen. ‘s Ochtends word ik door vader Husein met de brommer naar Maidan gebracht. Samen met zijn zoon Parza verken ik het plein, de prachtige moskee en de mooiste bazaar die ik tot nu toe ben tegengekomen. Tijdens de middag is er opnieuw een uitgebreide maaltijd gevolgd door een lange siësta vanwege de hitte! Tegen de avond ga ik met de familie op stap om een bezoek te brengen aan de bekende bruggen van Isfahan die momenteel de oevers van een droge rivier met elkaar verbinden. Het is gezellig wandelen terwijl ik met Parsa en Asal spelletjes speel of muziek maak. Afsluiten doen we met een uitzicht over de stad bij zonsondergang, in de schaduw van de bergen van Isfahan. Ik neem afscheid van hen en installeer me in mijn nachtbus. Ik slaap heerlijk in de comfortabele bus. ’s Morgens vroeg kom ik aan in Teheran waar ik de bus neem naar Vahid. Ik hou me bezig met praktische zaken o.a. het regelen van een treinticket met fiets, terug naar de Kaspische zee. Op het einde van de dag bezoek ik het hoogste gebouw van Iran: een telecommunicatietoren van meer dan 400m hoog. Op een hoogte van 280m geniet ik van het uitzicht over één van de grotere metropolen ter wereld met zo'n 13 miljoen inwoners. Ik eet samen met de familie van Vahid en probeer zo vroeg mogelijk naar bed te gaan. Het belooft een korte nacht te worden. Om 4u30 sta ik op om naar het treinstation te vertrekken. Vanwege het drukke verkeer in Teheran en omliggende steden alsook mijn afspraak op de Turkmeense ambassade in Mashad besloot ik de bergen over te steken met de trein. De treinrit is de meest adembenemende die ik ooit genomen heb. Zes uur lang kijk ik met veel plezier naar de natuur, de bergen, de bergdorpjes…. Aangekomen in Sari ben ik klaar om er opnieuw met mijn fiets op uit te trekken.
Ik fiets langs de drukkere kustweg. Om de haverklap stoppen mensen en verwachten ze dat ik met hen praat of op de foto ga. Dat is soms wel heel vermoeiend! Maar ook krijg ik vers ijs aangeboden en wanneer ik een slaapplek zoek een kant en klare warme maaltijd met rijst en kip en enkele toetjes. Met zicht op zee heb ik opnieuw het fietsgevoel te pakken. |
Onze BlogOp regelmatige basis houden wij jullie op de hoogte van onze avonturen. Zo kunnen jullie mee genieten van verschillende momenten en ervaringen op onze weg rond de wereld. |