‘s Avonds schuiven we aan bij de familie van Elnaz voor een feestmaaltijd. We rijden nog door de straten van de ondergelopen stad, ze kon het water van de hevige bui niet verwerken. Omdat het al laat is en meer dan 150 km rijden blijven we slapen. De volgende dag worden we uitgenodigd voor een picknick in de tuin van de broer van Elnaz. ‘s Avonds zijn we weer uitgenodigd, nu bij de zus van Elnaz, en weerom een waar feestmaal.
‘s Ochtends bied ik een nieuwsgierige herder een tas cay aan, waarna hij heel mijn theepot leegdrinkt... Mijn tocht gaat licht stijgend en dalend door het Iraanse hoogplateau, dit gaat natuurlijk gepaard met prachtige uitzichten! ’s Avonds sla ik mijn tent op met op de achtergrond de reusachtige vulkaan Savalan, waarvan de top een meer in de krater is! De volgende dag opnieuw vele mooie landschappen. Ik start langs een kleine weg die me doorheen kleine dorpjes leidt. Nadien rijd ik op een grotere weg en doe ik mijn best om veel kilometers te maken. In Ardebil bezoek ik een moskee en krijg ik opnieuw gratis eten en drinken. Dat is me in Iran al vaak overkomen. Ik fiets de grote stad uit en vind een rustige kampeerplek tussen de heuvels. Na mijn ontbijt krijg ik gezelschap van drie nieuwsgierige herders. Langs een rustige weg daal ik af in een vallei met op de achtergrond de andere zijde van Savalan. Na het dalen is het opnieuw klimmen over een bergpas die start met asfalt en overgaat in onverharde weg. Ik passeer enkele kleine dorpjes waar de huizen nog gemaakt zijn uit klei en stro. Ik geniet van de rust. In Givi besluit ik inkopen te doen in een supermarkt. Ik krijg er cay aangeboden waarna een man me uitnodigt om bij hem te eten. Voor het eerst eet ik vis tijdens mijn reis! Na het eten begint het hevig te regenen en besluit ik om een middagdutje te doen. Ik word pas wakker tegen de avond en besluit om bij het gezin te blijven slapen. We worden uitgenodigd bij de man van de winkel voor het avondeten. Opnieuw een feestmaal dat uitloopt tot in de vroege uurtjes met veel cay en sigaretten. Na een stevig ontbijt verlaat ik het gezin en fiets ik doorheen een canyon op een rustige weg. In Kharkhal drink ik cay en krijg ik kebap aangeboden. Ik daal af in een groene vallei. Omringd door bergen geniet ik van een welverdiende afdaling. In Shal word ik tegengehouden en uitgenodigd om bij Morteza en zijn familie te blijven slapen. Ik word er rondgereden, krijg een heerlijke maaltijd en geniet van een lokale derby in deze afgelegen regio. Na ontbijt op bed vertrek ik voor een lange klim over de bergpas naar de Kaspische zee. Er rijden geen auto’s en ik geniet van de rust en de onverharde weg. Boven op de pas neem ik even tijd om te lunchen om nadien af te dalen in een totaal ander landschap. Veel groener en veel bomen. Ik passeer het toeristische Masuleh, een oud bergdorp met huizen van klei en een aparte sfeer. Ik daal verder af doorheen een beboste vallei en kom terecht in rijstvelden. Verbaasd fiets ik door het nieuwe landschap. Bij een bakker onderweg krijg ik brood en verlaat vervolgens de grotere weg om via irrigatiekanalen door de rijstvelden te fietsen. Het is niet eenvoudig om een rustige plek voor mijn tent te vinden. Tijdens het koken word ik uitgenodigd voor een maaltijd, maar de pot tomatensaus die ik al enkele dagen meedraag moet er nu toch eens aan geloven! De volgende dag is het prachtig fietsen doorheen de rijstvelden. Ik krijg een lift aangeboden van een bromfietser die me 10 km voorttrekt naar de volgende plaats. In een klein dorpje krijg ik opnieuw een brood voor ’s avonds. Via de grote weg leg ik de laatste kilometers af naar de Kaspische zee. Goed bezweet duik ik meteen de zee in voor een verfrissende duik. Ik installeer mijn tent op het strand en geniet van het geluid van de omslaande golven. Ik laat mijn banden oppompen, drink cay en begin aan de tocht langs de drukke kustweg. Ik krijg de hele dag tropische regen te verduren en moet mezelf veel moed inpraten om tot mijn eindbestemming te geraken. Daar krijg ik in een winkel een slaapplek aangeboden bij het gezin van Ali. Na een bezoek aan zijn gigantische tuin, mag ik me installeren in een leegstaand huis van een vriend. Ik eet uitgebreid mee met de familie en geniet van heerlijk fruit. Tijdens het eten laat ik mijn kleren drogen en bereid me voor op meer regen morgen. ‘s Nachts heeft het hevig geregend en wonder boven wonder is het nu droog. Doorheen een vochtige jungle klim ik weg van de zee over dicht beboste heuvels. Over de pas daal ik af naar de grotere weg die me naar Teheran zal brengen. Die weg blijkt te zijn afgezet richting Teheran: de vakantie start en de stad loopt leeg, allen naar zee. Als fietser mag ik toch door al geef ik het na enkele kilometers op: de auto's rijden als gekken over de twee rijstroken. Ik zoek een rustig plekje en stel snel mijn tent op. Een hevig onweer barst los wanneer ik nog bezig ben. Met regen op de achtergrond val ik in slaap. De volgende dag is de verkeersstroom nog steeds oneindig maar houdt die zich gelukkig wel op de eigen rijstrook. De komende 50 km klim ik doorheen rotsige canyons en gevaarlijke bergpassen met afgronden tot diep in de vallei. Geen wonder dat deze weg tijdens de herfst en winter gesloten is. Boven op de pas fiets ik door een tunnel van 2 km. Aan de andere zijde wacht me een file auto's die wachten om de tunnel door te rijden. Na enkele kilometers dalen volg ik een andere en rustige weg over de bergen naar Teheran. Langs de rivier vind ik een mooie slaapplek en stel ik mijn tent op. Ik drink koffie met een gezin, eet verse bergpaddenstoelen op de bbq en avondeten met een andere familie die langs de rivier zit. Uiteindelijk blijf ik alleen over tussen de bergen en met het geluid van de kolkende rivier ga ik slapen. Wanneer ik wakker word zitten er drie oude mannen thee te maken boven het vuur en word ik uitgenodigd om mee te ontbijten. Wanneer ik enkele kilometers gefietst heb ontbijt ik opnieuw bij twee andere oude mannen langs de weg. Met een volle maag begin ik aan mijn laatste beklimming. Na enkele bochten is de weg versperd door een modderstroom. Ik besluit om toch door te gaan en draag mijn tassen en vervolgens mijn fiets de bergflank op. Na veel klimmen en zwoegen bereik ik de pas. Nu is het enkel afdalen met prachtige landschappen onderweg. Vanwege de feestdagen is het uitzonderlijk rustig in Teheran en geraak ik gemakkelijk tot in het centrum. De eerste nacht slaap ik in een hostel om nadien bij een Couchsurf te verblijven. Ik regel mijn visa voor Oezbekistan en Turkmenistan en verken de stad. Het is verschrikkelijk warm en ik beperk me tot de grootste bezienswaardigheden en af en toe wat rusten in de parken. Ik koop een kaartje voor de trein naar Shiraz en ga nu een week op stap in Iran zonder fiets. DEEL 1 Voor ik Yerevan verlaat wil ik nog twee monumenten bezoeken. Ik neem de lokale bus naar Gekhard en bezoek er een eeuwenoud klooster,omgeven door rotsen. Daarin zijn meerdere grotten uitgehouwen waar vroeger gemediteerd werd, sommige zijn enkel te bereiken met een ladder of touw. Ik lift terug naar Garni waar een oude Griekse tempel te bewonderen is. Dan neem ik een mooie oude bus terug naar Yerevan en besluit om nog een nacht te blijven. De daguitstap heeft langer geduurd dan ik had verwacht. s Avonds neem ik op café afscheid van een Amerikaan waarmee ik enkele dagen ben opgetrokken. Vroeg in de ochtend verlaat ik Yerevan om af te dalen naar Ashtag. Een stad met een geschiedenis die terug gaat tot voor Christus met een legende over een man die 13 jaar overleefde in een put vol giftige slangen en spinnen. Met zicht op de reusachtige berg Ararat, het symbool voor Armenië dat bezet is door Turkije, geniet ik van de historische plaats. Mijn weg gaat verder over een bergpas, waar ik onderweg groenten krijg en een man me halverwege oppikt met zijn kleine Lada. Boven op de pas merk ik dat één van mijn drinkflessen verloren is gegaan tijdens het transport, spijtig maar niet erg! Ik zoek een kampeerplek met mooi uitzicht. Tijdens de avond begint het te regenen, en dit houdt niet op tot in de late ochtend. Ik maak ontbijt en pak ik in voor de volgende regenbui overtrekt. Door de regen hangt heel de fiets vol met klei, een smerig goedje om weer vanaf te geraken. Voor ik kan vertrekken schuil ik nog een dik uur om er na de middag met een rotvaart - bergaf -vandoor te gaan voor een volgende regenbui me inhaalt. Ik krik mijn humeur op met een heerlijke shoarma en fiets verder door een prachtige canyon. Bij een rivier en voor een volgende lange beklimming houd ik het voor bekeken en stel ik mijn tent snel op voor de wolken opnieuw openbreken. Met het geluid van regen die op de tent tikt val ik in een diepe slaap. De volgende ochtend wacht me een zware beklimming van 30 km, wind op kop. Na verschillende stops en het gezelschap van enkele bijtgrage honden bereik ik uitgeput de pas. Ik kom op krachten met koekjes en onderweg gekochte verse honing en geniet van het uitzicht op een monumentaal bouwwerk. Na een korte afdaling lunch ik samen met een Duits koppel dat al een jaar met de fiets onderweg is. Ze raden me een plek aan in Sisian en ik besluit om er ook naartoe te fietsen. Daar aangekomen schuil ik in een restaurant voor een hevige regenbui en gun mezelf een biertje. Na enige tijd vraagt een tafel vol militairen om erbij te komen zitten en mee vodka te drinken. Ik eet ook hun overgebleven kebap op, krijg nieuwe sigaretten en nog meer vodka. Uiteindelijk ga ik honderd meter verder in een Iraans hotel langs de weg slapen. Na een douche kruip ik in bed tot er op mijn deur wordt geklopt. De eigenaar heeft een plateau vast met groenten en opnieuw een fles vodka. Ik word wakker met een zware kater. Met moeite trek ik mezelf na een douche op gang. Na een bord soep met een brok vlees erin en wat brood begin ik na de middag aan de fietsdag. Doorheen grassig berglandschap fiets ik naar de volgende grote plaats Goris. De kater is verdwenen en ik besluit nog wat verder te fietsen. Ik passeer enkele kleine dorpjes waar grotten zijn uitgehouwen in de rotsige valleien. In plaats van af te dalen in Artsakh (Nagorno-Karabach) besluit ik bovenop de berg te kamperen met zicht op het gebied waar ik de komende dagen zal doorheen fietsen. De volgende dag daal ik rustig af tot aan de grens. Ik stop even voor een mooi kunstwerk langs de weg. De grensovergang gaat vlot en ik begin aan de lange beklimming. Onderweg koop ik twee ovenverse broden in Bersov en geniet van de rust,het landschap en de vriendelijke mensen. Ik krijg een hagel- en regenbui over me heen en wissel van kleding. Na een beklimming volgt ook steeds een afdaling. Vol bewondering voor de bergen daal ik af tot in de hoofdstad Stepanakert. Ik laat er mijn banden oppompen en passeer langs het standbeeld dat ik graag wilde zien: 'We are our mountains'. De gezichten stellen de mensen voor en het lichaam van de twee oudjes stelt de natuur voor, een mooie illustratie voor hoe mens en natuur elkaar in stand horen te houden. Bij het in orde brengen van mijn visum krijg ik te horen dat de route via het zuiden die ik voor ogen had niet mogelijk is vanwege militair bezet gebied. Na het winnen van informatie over bezienswaardigheden, fiets ik iets buiten de stad om er een kampeerplek te zoeken. Ik besluit om naar het noorden te fietsen en dan in een cirkel terug te keren. Na enkele kilometers fietsen krijg ik een Pepsi aangeboden van een man in een auto, die blij is om mensen als mij in Artsakh te zien. Het is voornamelijk vlak fietsen doorheen droog landschap, met hier en daar een dode slang, maar ook een levend gevaarlijk exemplaar kruist mijn weg. Onderweg word ik tweemaal tegengehouden omdat ik mezelf te dicht bij de frontlinie bevind en de plaatsen op mijn visum niet overeen komen. Na wat wachten en verschillende telefoontjes is alles oké en mag ik toch verder. Wat later passeer ik enkele keren gegroepeerde tanks en een bataljon dat als oefening een veld uitkamt. Ik bezoek een kasteel uit de middeleeuwen en de tentoonstelling van voorwerpen uit de omgeving die teruggaan tot 1000 v.C. In de tuin met prachtig helder bronwater doe ik een praatje met twee koppels op leeftijd die vroeger lang in Antwerpen hebben gewoond. Ik verlaat de verharde weg en kom terecht in een verlaten gebied. Enkele dorpen zijn nog slechts ruïnes met kogelgaten, anderen zijn dun bevolkt. Lunchen doe ik aan een stuwmeer in de bergen. Na een prachtig stukje onverhard begin ik aan een stevige klim terug naar Stepanakert. Het kost me veel zweet en boven drink ik van één van de vele bronnen die je onderweg tegenkomt. Na een heerlijk afdaling zoek ik mezelf net voor de hoofdstad een slaapplek in de velden. Na een stevig ontbijt in de zon passeer ik Stepanakert om naar een eeuwenoude plataan te gaan kijken. Ik heb geen zin om 40 km heen en terug in de bergen te fietsen, dus besluit ik te liften. Ik laat mijn fiets achter in een werkplaats met frees- en draaimachines, vroeg in de ochtend krijg ik er al een glas eigengemaakte wijn en cognac. Al snel stopt er een nieuwe Mercedes en die brengt me ter plaatse. Na een selfie en een pakje Ararat sigaretten te hebben gekregen wandel ik de berg op. Bijna boven passeert er een busje met daarin per toeval de twee oudere koppels van gisteren. Ik rijd de laatste kilometer met hen mee om vervolgens samen met hen onder de indruk te zijn van de gigantische, meer dan 2000 jaar oude plataan. Buiten ons is er niemand te zien. Ik krijg een lift terug aangeboden en daarna kan ik weer de fiets op voor een lange beklimming. Ik ontmoet een Duitse vrouwelijke fietser (eerste in 2 weken) die van Iran komt en reeds een jaar onderweg is. Na het uitwisselen van informatie vervolgen we ieder weer onze weg. Ik lunch in het oude Sushie en klim verder de bergen in. Op de heenweg heb ik een grote bron gezien in een monument, en besluit daar tijdens de afdaling mijn was te doen en ook mezelf te wassen. Wanneer ik mijn fiets terug bepak stopt er oude Lada met pech. De drie mannen vragen om bij hen te komen zitten. Ze geven me vlees, groenten maar vooral veel vodka. Licht dronken daal ik verder af naar Bersov. Een vrouw uit een winkeltje vroeg me op de heenweg om zeker nog een keer terug te komen, en nu ik dat kan doe ik dat ook! Ze is aangenaam verrast en biedt me enkele kopjes koffie en een bord maaltijdsoep aan. Het is al donker als ik het winkeltje verlaat met gratis ontbijt en lunch voor de volgende dag. In het dal zet ik naast een bron enkel mijn binnentent op om zo onder de sterren in slaap te vallen. Ik begin vroeg aan de dag die start met een beklimming van 40 km tot in Goris, vanwaar ik verder zal afdalen naar Iran. In Goris gun ik mezelf een communistisch ijsje. Ik klim de oude stad met rotswoningen, die veel weg heeft van Cappadocië, uit langs een steile weg. Boven lunch ik met zicht op de stad en fiets langs een verlaten weg. Ik kom aan bij de langste kabelbaan ter wereld die over het dal naar het historische klooster van Tatev gaat. Met mijn fiets betaal ik voor twee en dat is mij te duur. Met een prachtige afdaling en zicht op de beklimming van morgen kom ik in het diepe dal aan. Er bevindt zich een warmwaterbron en ik besluit daar te kamperen. Heel warm is het niet maar wel een prachtige locatie om een bad te nemen en mezelf goed te wassen! Ik ontmoet een Griek die iets verderop kampeert en te voet onderweg is. Enkele locals roepen ons en we drinken samen een Kilikia (bier). Na een lang gesprek met de Griek kruip ik in mijn tent om krachten op te doen voor de beklimming van morgen. Langs 17 bochten op onverharde weg fiets ik mezelf een weg naar boven in de ochtendzon. Het uitzicht is prachtig en het klooster van Taves is dat nog meer. Ooit een gerenommeerde universiteit voor taal en wetenschap in het midden van de bergen. Na het bezoek fiets ik verder op een onverharde weg naar de bergpas boven in de bergen. Vervolgens daal ik af naar de volgende vallei terwijl me nog steeds geen enkele auto gepasseerd is. In een klein dorpje zoek ik brood en lunch iets verderop bij de rivier. Na nog wat onverhard klimmen kom ik uiteindelijk op asfalt terecht om af te dalen naar de grote weg. Ik doe er met mijn laatste Dram inkopen. Voor ik aan de lange klim begin drink ik bij enkele beeldhouwers nog een koffie. Helemaal uitgeput kom ik boven aan en daal ik af op zoek naar een mooie kampeerplek met uitzicht op de bergen van Artsakh. Bij een overdekt picknickplaatsje en bron ben ik tevreden en stel ik mijn tent op. De weg naar de Iraanse grens is nagenoeg verlaten en in perfecte staat. Doorheen de bergen klim ik me een weg naar de bergpas 40 km verderop. Na mijn lunch word ik onderweg gevraagd om bij een familie te komen zitten bij een picknickplaats. Ik krijg er te eten en drink er naar gewoonte naast koffie en thee ook een glas vodka. Ik vertrek er met een zak vol brood, verse groenten uit de tuin en heel wat zoetigheid. Kletsnat van het zweet kom ik boven om de bergpas over te steken en een volledig nieuw landschap te aanschouwen: De groene bergen worden omgeruild voor rotsige kale bergen met een warme wind. Het is heerlijk afdalen langsheen de verlaten weg met ruime bochten. In het dal stuit ik op prikkeldraad en een rivier: de grens met Iran. Ik fiets verder langs de grens en schuil in een verlaten schuur voor het dreigende onweer. Het blijft regenen dus besluit ik me er te wassen met de regen en uiteindelijk ook te overnachten. Bij valavond stopt het met regenen en ga ik op zoek naar een biertje, het laatste voor de komende maand! Ik heb geluk want er is een klein winkeltje open waar ik met dollars wat kan kopen. Ik geniet van het koele weer na de regen en de gouden drank. ‘s Ochtends geniet ik van mijn gekregen lamash (wrap) met kaas en groenten. Voor ik de grens oversteek passeer ik Megri om kaartjes te posten. Het passeren van de grens gaat heel vlot. Vol verbazing moet ik mijn visum, dat de volgende dag zou verlopen, niet verlengen en kan ik de komende 30 dagen in Iran blijven. Omwille van de vele hoogtemeters van de afgelopen weken en de weinige rust kies ik voor de gemakkelijke weg naar Tabriz i.p.v. weer door de bergen te rijden. Doorheen een canyon fiets ik stroomopwaarts langs de grensrivier met Armenië en vervolgens Nachtsjeven. Mijn benen voelen zwaar aan en ik ben blij om terug wat vlakkere kilometers te maken. Het landschap is opnieuw adembenemend. Groene oases langs de rivier, dorre en rotsige bergen met op de achtergrond besneeuwde bergtoppen. In Jolfa wil ik de trein nemen maar die is blijkbaar al gepasseerd. De bus moet ik in de volgende plaats nemen, 20 km verderop. Wanneer een hevig zomers onweer dreigt zoek ik een plaats met wifi om te schuilen. Daarbij beland ik in een winkel die potten verkoopt. Ik drink thee met de mannen, ze helpen me lokaal geld te wisselen en bij vertrek krijg ik thee met specerijen erbij, Iraanse luchtige suiker en een theepotje. Uiteindelijk moet ik nog een klein braadpannetje aannemen van ANAteflon, het merk dat de mannen verkopen. De voorspellingen worden nu al waar en ik vrees Iran te verlaten met vele extra kilo's geschenken. Uiteindelijk is het al laat en kampeer ik onderweg naar de bushalte. Voor het eerst slaap ik enkel in mijn zijden liner. Het gaat er enkel nog warmer op worden. De volgende dag neem ik de bus naar Tabriz om er af te spreken met Hassan, een Warm Shower waar ik drie nachten zal verblijven en rusten. Na een zoektocht van 3 uur en vier winkels vind ik een simkaart. Met mijn fiets in de auto van Hassan rijden we naar een kleinere plaats. Na veel eten en gesprekken over hun en mijn cultuur kruip ik sinds lang nog eens in een comfortabel bed. De volgende dag organiseer ik mijn spullen en ga ik winkelen in het gezelschap van de huisvrouw. Ook zalig, een dag niks doen!
10 Reacties
Vroeg in de ochtend verlaat ik de hostel. Ik trotseer het roekeloze verkeer om Tbilisi uit te rijden. Bij een bakker koop ik een ambachtelijk versgebakken brood dat tegen de wand van de oven wordt geplakt. Het is mooi en rustig fietsen doorheen uitgestrekte en verlaten landschappen, tussen bergen waar ik een enkele herder te paard passeer. De weg gaat over in een ruige onverharde weg en ik besluit om terug te keren naar de grotere weg. Enkele kilometers voor de grens met Armenië verlaat ik deze weer zodat ik de volgende dag de grens kan oversteken in een klein plaatsje. Na een pittige beklimming neem ik even rust. Een Armeense auto stopt en de mannen proberen iets uit te leggen. Dat lukt niet zo goed, waarop ze een vriend bellen die Engels spreekt. Blijkbaar is de grensovergang enkel voor Georgiërs en Armeneis bestemd. Teleurgesteld keer ik terug om de grens over te steken langs de grote weg. Na een vlotte overgang ga ik langs de rivier op zoek naar een rustige kampeerplaats. Ik slaap voor het eerst deze reis enkel in mijn binnentent wat een heerlijk vrij gevoel geeft. Slapen in de natuur en toch geen last van ongedierte. De volgende morgen is het een aangenaam kennismaken met Armenië. Heerlijk rustig fietsen doorheen een groene canyon. De auto's zijn nagenoeg allemaal oude Lada's of robuuste trucks die er onverwoestbaar uitzien. De gebouwen zijn vervallen en al het ijzer is verroest. De sfeer is apart maar aangenaam . In een groter plaatsje neem ik tijd om te lunchen, kijk naar mensen en dieren die het dorpsplein passeren en babbel met een jongeman die goed Engels spreekt. Hij vertelt me over het kleine Armenië. Na een regenbuitje klim ik uit de canyon en kom terecht in een heuvelachtig gebied. Ik rust even bij een eeuwenoude steen waarin een kruis is uitgehouwen. Deze offerstenen vind je overal in Armenië en Georgië, mensen branden er kaarsjes of offeren er iets kleins . Als je een land wil zien waar oude (Sovjet) voertuigen de weg domineren, dan is Armenië dichter bij huis dan Cuba. Mijn weg blijft langs de canyon lopen en bergop. Nu ik de hoofdweg verlaat wordt het nog rustiger. Na een pittige beklimming pauzeer ik even. In het dal zie ik de weg verderlopen langs een breuklijn in de aarde, wauw! Het landschap is zo divers en blijft me verrassen, adembenemend! Langsheen de breuklijn vind ik een gerestaureerd huisje dat is omgevormd tot picknickplaats met stromend water. Een perfecte slaapplek en ze beschermt me tegen de regen. 's Ochtends fiets ik rustig doorheen kleine dorpjes en observeer het Armeense leven. Na een lange beklimming in de regen verdwijnt de weg bovenaan in een berg. De kaart zegt me dat het een tunnel is van 2 km. Ik besluit om te liften om zo niet in de uitlaatgassen te fietsen. Ik ben nog niet begonnen met liften wanneer er politie stopt. Ze vragen of ik een licht heb waarna ik van hen de tunnel mag doorfietsen. Onder politie escorte fiets ik door de tunnel die me het gevoel geeft dat ik in het hart van een berg een pakje Groene Michel aan het roken ben. Na een portie kebap gebakken op de bbq en mezelf te hebben opgewarmd na de vele regen, beklim ik een pittige berg. Het landschap heeft veel weg van Schotland of Ijsland: een uitgestrekt landschap, rustig stijgen en dalen temidden van enkele bergen . Vanwege de regen van de afgelopen dagen besluit ik in Aparan een hotel te zoeken . Ik rijd de stad in en passeer enkele beeldhouwers. Als ik stop word ik meteen aangesproken door enkele mensen. Blijkbaar is er een internationaal gezelschap samengekomen om beelden te maken ter nagedachtennis aan één van de drie overwinningen op de Turken honderd jaar geleden in Aparan. Ik krijg een gratis slaapplek aangeboden in een oud Sovjet appartementsblok waar een beeldhouwer van Wit-Rusland en een uit Nagorno-Karabach verblijven. Na een warme douche ga ik met de man uit Artsakh (Nagorno-Karabach) op restaurant en praat met hem over de bewogen geschiedenis en de huidige grensverdeling in deze zeer complexe regio. Na een goed ontbijt neem ik afscheid van het gezelschap om naar Yerevan te fietsen. De weg naar Yerevan is niet lang en ik kies voor een kleinere weg. Deze blijkt onverhard te zijn en ik passeer een diepe canyon met veel kleverig slijk vanwege de vele regen van de afgelopen dagen. Uiteindelijk daal ik af doorheen een oud irrigatiesysteem uit de bergen en passeer ik opnieuw enkele prachtige oude voertuigen, oldtimers die zijn opgegaan in de natuur. Ik trek de hoofdstad - gebouwd door de Sovjets - binnen . Tijdens mijn lunch krijg ik gezelschap van een oude man die een schets van me maakt en nadien weer vertrekt. Ik ga op zoek naar een hostel, wat heel wat voeten in de aarde heeft, maar me wel veel informatie oplevert. In de avond zijn er optredens op het grote centrale plein vanwege de revolutie. Tot mijn verbazing komt zelfs Serj Tankian, frontman van de Amerikaans/Armeense groep System of a Down, het volk toespreken. Er heerst een aparte sfeer in de hoofdstad en iedereen is opgewonden vanwege de verkiezingen van de volgende dag .Ik ga op café met een Brit en een Amerikaan en drink nadien in de hostel nog wijn en wodka met Russen en een Oezbeek. Ik plan vandaag enkele praktische zaken, maar ga eerst de sfeer opsnuiven op het plein waar de mensen zijn samengekomen voor de stemming in het parlement om 12u. Na lang wachten wordt de gehoopte volksvertegenwoordiger verkozen. Hij zal een breuk moeten maken met het Sovjetverleden en de oligarchen die daarna kwamen. Er breekt een waanzinnige vreugde uit. Het verkeer wordt lamgelegd, op kruispunten draaien mensen de autoradio voluit en dansen op het dak. Tot laat in de nacht blijven de mensen dansen en toeterend de stad doorkuisen. De volgende dag gaan de festiviteiten door, er wordt overal gefeest. Ik neem nog een rustdag vooraleer ik het binnenland weer induik.
Het was een gezellige avond in het hostel. Daardoor ben ik wat laat uit bed. Ik mag een rugzak lenen van Adam, iemand van het hostel: een uitgeleefd namaak 'North Face' exemplaar met maar één draagriem. Daarmee vertrek ik naar het busstation in Tbilisi. Ik doe eerst nog wat inkopen o.a. een fles voor in de bergen en krijg er een babbel en een glaasje chacha bij. De bus rijdt richting Kazbegi. Dat ligt in het midden van de Caucasus tegen de Rusissche grens. Het is een wondermooie rit van 3u. Het is al laat in de avond wanneer ik naar de Sabemba kerk (2200 m) wandel waar ik overnacht. Vroeg in de ochtend start mijn tocht op de Kazbeg, hoogte 5033m. Uit veiligheid sluit ik me aan bij drie Polen. Door de besneeuwde bergen en over de gletsjer klimmen we naar het basecamp op 3650m . In de vroege namiddag komen we aan. Ik zoek mezelf een goed beschutte slaapplek. Na een gesprek met de mannen die er verblijven besluit ik niet naar de top te gaan vanwege de risico's: ik heb uiteraard niet het geschikte materiaal voor de laatste ijzige beklimming en de extreme temperaturen. In het basecamp is een internationaal gezelschap en ik krijg veel wijze raad voor toekomstige bergtochten. Met één van de mannen maak ik de fles chacha soldaat en geniet nog van de adembenemende, rustgevende omgeving. Ik verlaat de warme kachel om buiten de nacht door te brengen in mijn tent. Een groot deel van het gezelschap is naar de piek vertrokken. Ik ontbijt en geniet van de stilte. De Polen hebben last van hoogteziekte. Met twee van hen klim ik nog tot 4000m om dan weer af te dalen. Bij valavond komen we aan bij Sameba waar een Mitsubishi Delica ons opwacht voor een laatste hobbelige afdaling. In het hostel slapen we in de woonkamer en 's ochtends wacht ons een uitgebreid Georgisch ontbijt. Er wordt een taxi geregeld naar Tbilisi. Daar doe ik mijn grote inkopen en laat ik mijn kleding herstellen bij enkele toffe dames om de hoek. Ik kruip op tijd onder de wol om morgen het drukke verkeer van de stad voor te zijn.
Het is rustig ontwaken in een groot Turks salon. Soms kraakt het parket maar dat weerhoudt me er niet van om lekker lang te snoezen. Wanneer Husein me vraagt om te ontbijten kom ik mijn bed uit. Gezellig gehurkt krijg ik een uitgebreide maaltijd met de nodige sigaretten en çay. Na een douche verlaat ik na de middag het appartement met een sjaal van Galatasaray, een foto van Husein en een houten hand die de scoutsgroet voorstelt. Veel fiets ik vandaag niet: ik ben laat vertrokken en ook een stevige wind op kop speelt me parten. Ik vecht me een weg naar een bergmeer waar ik graag wil slapen zodat ik de volgende ochtend kan ontwaken met een mooi uitzicht. Ik vraag een boer in zijn tractor om toestemming en maak me klaar voor de nacht. Tijdens mijn dagelijks ontbijt, havermout met rozijnen, gedroogd fruit en warme koffie, begroet een boer me en stelt me voor om bij hem te ontbijten nadat hij klaar is met ploegen. Dat ploegen duurt wel even en stevig ontbeten heb ik al. Ik start mijn dag met iets waar ik al lang naar uitkeek... onverharde wegen langs kleine herdersdorpjes. Met een prachtig uitzicht over het meer fiets ik rustig maar hobbelig omhoog en omlaag. In Sedlik koop ik met mijn laatste Turkse munten lunch en een welverdiend ijsje. Vooraleer ik de grens oversteek moet ik eerst nog een bergpas over. Bovenaan neem ik de tijd om te lunchen met uitzicht over een woeste vallei met een vervallen kasteel uit het Ottomaanse rijk. Bij de nieuwe ultramoderne kleine grenspost verlaat ik Turkije door marmeren gangen en kom ik Georgië binnen. Ik hoorde allerlei lastige verhalen, daar moet ik nu eens goed om lachen nu ik Georgië binnenwandel zonder enige belemmering. In een tankstation wissel ik mijn Turkse Lira om in Georgische Lari. Na enkele kilometer gefietst te hebben langs het bergmeer waaraan de grens gelegen is, zie ik enkele mannen in het gras liggen die me wenken. Ze bieden me een glas koud bier aan en versgevangen rivierkreeften uit het meer die gekookt zijn in een sappige bouillon. Wat een welkomst in Georgië! Even verderop speel ik een partijtje voetbal met de plaatselijke jeugd. Ik passeer nog enkele kleine dorpjes die net zoals in Roemenië of Bulgarije getuigen van het Sovjetverleden zoals geblokte auto's of vijfdehands Mercedessen met geblindeerde ramen, gasleidingen boven de grond en huizen die nog steeds vergroeid zijn met de boerderij. Met uitzicht op een reusachtige berg stel ik mijn tent op, kook ik pasta en kruip ik op tijd onder de dons van mijn slaapzak. Goed uitgeslapen sta ik op en pak mijn spullen. Wanneer ik bijna klaar ben passeren er twee Georgiërs die geïnteresseerd naar mijn fiets en uitrusting kijken. Na een korte uitleg daal ik af naar het eerste dorp waar ik inkopen doe voor de rest van de dag. Ik kies opnieuw voor een onverharde route die me moet voorbereiden op het echte werk in de Pamir. Net wanneer ik het laatste dorpje doorfiets word ik uitgenodigd voor een koffie. De koffie draait uit op een uitgebreide lunch aan de keukentafel. Met een gevulde maag trek ik verder de bergen in. Het is moeilijk fietsen en de laatse kilometer en 300m hoger moet ik mijn fiets de berg opduwen. Boven aangekomen heerst er volledige stilte..... Ik steek enkele sneeuwstroken te voet over. Enkele weken eerder en ik had mogen terugkeren. Over graswegen daal ik af naar het bergmeer waar ik de nacht zal doorbrengen. De weg eindigt in een klein dorpje waar ik -zoals verwacht- word opgewacht door enkele luidruchtige honden. De bewoners helpen me bij het afschudden ervan. Ik word door een man uitgenodigd om iets te komen drinken. Hij excuseert zich dat hij geen vodka heeft en biedt me daarom maar een maaltijd aan. Gepaneerde gebakken visjes uit het meer met ovenvers brood uit de kachel in de woonkamer en enkele spiegeleieren van hun scharrelkippen. Na een koffie en enkele sigaretten gerookt te hebben verlaat ik de boerderij met een vers brood, hardgekookte eitjes en warme melk recht van hun koeien. Ik fiets wat verder en zet mijn tent op naast het bergmeer. Ik ga slapen, denkend aan mijn avontuurlijke dag in een gastvrij en prachtig land! 's Ochtends word ik wakker met het geluid van lachende meeuwen. Een leuk begin van de dag. Ik ploeter mezelf een weg over het pad dat ooit een verharde kasseiweg was. Heel geconcentreerd ontwijk ik de grote stenen op de weg. Wel is het prachtig fietsen langs het meer en een verlaten dorpje. Net voor ik opnieuw het asfalt op ga krijg ik nog een kopje koffie aangeboden in een mistroostig dorpje. Met een lange afdaling waar ik voor het eerst sneller dan 80km/u fiets daal ik af naar het volgende bergmeer. Daar verlaat ik opnieuw de verharde weg om door een dunbevolkt stukje Georgië te fietsen. In het laatste dorpje zoek ik nog een winkeltje om een biertje te kopen voor vanavond. Enkele kinderen helpen me bij het vinden ervan maar tevergeefs: in een oude Sovjetcontainer kan ik enkel wat koekjes en andere basiswaren kopen. Ik daal verder af door een dicht beboste vallei waar in het dal een waterkrachtcentrale ligt. Het is prachtig fietsen doorheen het dal waar niemand mijn pad kruist. Misschien wel de mooiste route tot nu toe!! Bij een verlaten huis ga ik op inspectie om te zien of er geen dieren de woning hebben ingenomen, waarna ik beslis om er de nacht door te brengen. Na mezelf gewassen te hebben in de rivier geniet ik van alle stilte op het houten balkon. Het is al nacht wanneer ik mijn bed opzoek. Mijn dag start al vroeg, nog voor de zon boven de horizon uitkomt. Ik daal in alle rust verder af om dan weer het dal uit te rijden met een lange maar rustige beklimming. Ik baan me rustig een weg terug naar de bewoonde wereld. In de dorpjes moeten de mensen nog ontwaken en worden de koeien naar de velden geleid. Het is soms wat bevreemdend om te zien hoe de tijd heeft stilgestaan en hoe Sovjetelementen vervallen in de natuur. Uiteindelijk kom ik na lange afdelingen en korte beklimmingen op de grote weg naar Tbilisi. De rust is helemaal verdwenen en heel aandachtig fiets ik door het drukke en roekeloze verkeer. Langs de weg worden veel kuikens van eenden en kippen verkocht om de mensen van vlees te voorzien. Wat een verschil met de afgelopen dagen... In Tbilisi zoek ik een hostel en geef mijn fiets een groot onderhoud en een nieuwe ketting. Ik regel een rugzak en ga enkele dagen wandelen in het Noorden van Georgië. Te voet de bergen in om enkele pieken te beklimmen.Geweldig!
Heel vroeg in de ochtend arriveer ik in Erzurum, hoogte 1900m, een prachtig uitzicht .... Goed ingepakt begin ik aan de fietstocht over de Caucasus doorheen Turkije, Georgië en Armenië. In een fruitwinkeltje koop ik de eerste verse dadels en word ik uitgenodigd voor het ontbijt en enkele tasje çay. Wanneer ik een grote steenbakkerij passeer herinner ik me een ontmoeting van gisteren. Na wat getwijfel rijd ik het terrein op en vraag naar Mustafa. Ik word naar de patron van het bedrijf geleid, zittend achter een eiken bureau. Ik toon hem het kaartje waarna ik koffie krijg en mag lunchen samen met de arbeiders. Na een uitgebreide warme maaltijd vervolg ik mijn weg over de bergen. Voortdurend heb ik zicht op besneeuwde bergtoppen. Ik rijd naast enkele oude bouwwerken. Ik passeer ook kleine en grote groepen Afghanen, te voet, zonder bagage. Het is best confronterend wanneer we elkaar telkens vriendelijk groeten. Zij zijn al maanden onderweg naar het beloofde comfortabele Europa waar ik nu net van wegvlucht... heel wat om over na te denken onderweg. In Horasan verlaat ik de 'grote' weg en fiets verder langs rustige wegen. In Turkije is de hellingsgraad soms niet aangegeven, wel borden die aangeven dat je voor een lange tijd zal mogen klimmen. Boven aangekomen hou ik het voor bekeken en vul mijn waterzak bij een bron met koud bergwater. Met een adembenemd uitzicht geniet ik van de complete stilte, heerlijk! Na een lange nacht slapen sta ik vroeg op. Ik neem rustig de tijd voor koffie en ontbijt, neem mijn spullen en vertrek. Langs verlaten wegen die er wonderwel goed bij liggen, baan ik me al klimmend en dalend een weg door de bergen. Twee mannen in een dorpje bieden me çay aan. Het kale landschap maakt plaats voor dennenbomen en riviertjes. Onderweg stuit ik op een nieuw verkeersbord: opletten voor overstekende beren. Tijdens het middagmaal krijg ik opnieuw çay aangeboden en word ik gewaarschuwd voor wolven en beren in dit gebied. Overdag niet iets om me te veel zorgen over te maken en 's nachts ben in geen prooi voor hen als ik mijn slaapplaats goed uitkies, al zorgt het wel voor wat extra adrenaline! Ik kan Turkije niet verlaten voordat ik in een moskee geslapen heb. Dit is een voorrecht waar ik graag gebruik van wil maken. In de universiteitsbuurt van Kars ga ik naar de grote moskee en doe daar een eerste poging. Slapen is niet mogelijk omdat de imam er niet is, maar douchen, water nemen en een glaasje çay krijg ik wel aangeboden. Na dit alles biedt Husein me een slaapplek bij hem thuis aan, wat ik met beide handen aanneem. Kamperen in de omgeving van Kars is niet zo aangenaam vanwege de grote roedels straathonden die ook mensen durven aanvallen. Bij Husein wonen nog drie andere mannen. Samen met hen eet ik heerlijk uitgebreid en word ik uitgenodigd in hun theehuis. Daar ontmoet ik vele andere mensen en speel ik enkele spelletjes Backgammon. Uitgeput en voldaan val ik in slaap in hun living vol kussens.
Dag 42/51 - Istanbul ¤ Nizri ¤ Bozüyük ¤ Kaymaz ¤ Küçükhasan ¤ Sağlik ¤ Gücünkaya ¤ Göreme ¤ Kayseri4/21/2018 Vroeg uit de veren om Ruth naar de bus te brengen op het Taksimplein. Ik heb het moeilijker dan bij het eerste afscheid: nu blijf ik alleen achter... Ik kruip terug in bed en enkele uren later ga ik naar de Oezbeekse ambassade om mijn paspoort op te halen. Daar ontmoet ik Bas opnieuw, waar ik samen met hem binnen mag op plaats drie i.p.v. plaats twintig, valt dat even mee! Wel krijg ik te horen dat het paspoort (na een week) nog niet klaar is en ik het maar moet ophalen in Teheran: diplomatieke rompslomp! Zo snel mogelijk neem ik mijn spullen, pik ik Bas op en gaan we naar de haven. Het drukke Istanboel is mooi maar we snakken ernaar om opnieuw te fietsen en de rust weer te vinden! Op de boot slaan verschillende mensen een praatje en staan we versteld hoe ver Istanboel uitloopt langs de zee van Marmara. Bij aankomst in Yalova worden we opgewacht door de lokale fietsvereniging. We drinken samen koffie en ze staan erop dat we het huis bezoeken waar de alom geroemde Attaturk zijn laatste tien jaar heeft doorgebracht. Samen met ons fietsen ze de stad uit tot daar waar de bergen beginnen. Het fietsen voelt opnieuw heerlijk aan en met een stevige beklimming van zes kilometer staan we meteen terug in het zweet. Tegen een hoog tempo rijden we de avond in, op zoek naar een slaapplaats langs het meer dat we al een lange tijd volgen. Bij de lokale roeiclub vragen we of het mogelijk is om op hun afgesloten terrein te slapen. Een mooi plekje met een grote wasruimte, perfect! Tijdens het avondmaal kraken we een flesje wijn en genieten opnieuw van de slilte en het uitzicht. Met een beklimming van vijf kilometer met een constante helling van 9% zijn de benen meteen goed opgewarmd. Het is warm en zwoegen met vele en lange beklimmingen. In een klein dorpje kopen we wat brood en eten in de schaduw van de moskee onder het toeziend oog van de Turkse mannen die heel de dag çay slurpen en spelletjes Backgammon en Rummikub spelen. Na een lange dag naderen we onze eindbestemming. Op een drukke weg stopt er plots een auto waar mensen uitstappen. Ze zijn van de fietsvereniging van Esksehir en bieden ons een lift (fietsdragers op het dak) en een gratis verblijf in hun guesthouse aan. Waarom we dit weigerden weet ik niet maar het zal tot één van de slechtste beslissingen van de reis behoren. Domme domme Bas en Bob! We zoeken dan maar een plekje langs de weg om ons potje te koken en op tijd de tent in te kruipen. We staan vroeg op en na enkele uren komen we aan in Esksehir. We eten een ijsje, lunchen en vervolgen onze weg langs de comfortabele maar grote weg. Nadat Bas lek rijdt houden we het voor bekeken. Ik was mezelf in een rustig wegstation waar we çay krijgen van de vriendelijke eigenaar. In de uitgestrekte glooiende velden vinden we een plekje met een prachtig uitzicht en vervolgens een mooie sterrenhemel. Na nog enkele uren de grote weg te hebben gevolgd, kiezen we ervoor om opnieuw de kleinere wegen te nemen. We fietsen door een verlaten gebied met adembenemende landschappen. Soms duikt er een klein dorpje op als een groene oase tussen de velden en afgesleten rotsen. In Celtik ontmoet ik de eerste Belg en sla een praatje terwijl Bas inkopen doet voor de avond. We besluiten nog even verder te fietsen tot het volgende dorpje. Daar vragen om ons water bij te vullen om te koken en wassen. De mensen van het marktje zijn zo gelukkig om ons te zien dat ze ons gratis pizza, broodjes en ayran aanbieden. We besluiten om naast het marktje te slapen en we ontmoeten half het dorp terwijl we çay drinken. Na een heftig ritje in een oude Renault 12 doorheen het dorpje, een bezoek aan de verschillende families en nog meer çay is het tijd voor bed. 's Ochtends schuiven we aan bij de mannen des huizes voor een uitgebreid ontbijt. Bij het uitrijden van het dorp vraagt een man om koffie te drinken, waar we dan toch maar op in gaan. Hij komt uit Anderlecht en in het Frans praten we wat bij. In Turkije ben je meer met Frans, Duits of Nederlands dan met Engels. Een lange, eentonige weg leidt ons in alle stilte doorheen de uitgestrekte velden, gemiddeld 1000m hoogte. 's Middags besluiten Bas en ik warm te eten en bestellen we ieder een broodje köfte en kebap. Na enkele gesprekken met internationale Turken uit o.a. Den Haag fietsen we verder naar onze eindbestemming Tüz Gülü, het zoutmeer van Turkije. Na 150 km is het goed geweest en bakken we kebap voor het avondeten. We vertrekken vroeg om 's avonds op slechts een korte dag fietsen van Cappadocië te zitten. Doorheen uitgestrekte steppes met hier en daar een klein verlaten dorpje fietsen we in alle stilte verder. Na alle sterke verhalen van de Turkse beerhonden, komt het vandaag eindelijk tot een confrontatie. Een grote Anatolian Dog doet een poging om een hap te nemen van onze achtertassen. Met volle kracht druk ik mijn 46 tegen zijn neus en dat was het dan voor de Turkse hond. Ik vol zelfvertrouwen en teleurgesteld in de wilde verhalen. Herdershonden in Roemenië verdienen meer eer. Voor de nacht installeren we ons bovenop een verlaten heuvel, uitzicht op een meer en omsloten door een canyon. We bereiden onszelf een lekkere maaltijd en genieten van enkele welverdiende biertjes. Met slechts 80 km voor de boeg fietsen we in een stevig tempo richting Nevsehir. Onderweg passeren we de zoveelste politiewagen die de Turken trager moet doen rijden. Ideetje voor in België? Op tijd komen we aan in Nevsehir waar we inkopen doen en naar onze camping fietsen. De camping in Góreme is uitgekozen vanwege zijn uitzicht en BBQ, iets waar Bas al weken naar uitkijkt. Met een dag rust voor de boeg maken we het ons gezellig en genieten we van het uitzicht, de BBQ met veel vlees en enkele welverdiende pinten na een stevige week fietsen. Het leven op de weg is gewoonweg genieten! Nadat Bas andere fietsers heeft uitgenodigd voor een grote bbq via de grote Whatsapp groep , het onderhoud van ons materiaal en het doen van de was, gaan we met de fiets op zoek naar de verscholen plekjes in Cappadocië waar de toeristen niet komen. Zonder bagage is het heerlijk mountainbiken in dit uitgestrekte natuurmuseum waar de mens ooit zijn stempel heeft achtergelaten op een onwaarschijnlijk adembenemende manier. Met mooie uitzichten en verkenningstochten doorheen grotwoningen vullen we onze namiddag. Wanneer we aankomen op de camping treffen we 12 oude bekenden en ook nieuwe fietsreizigers. Het belooft een gezellige avond te worden met een BBQ met alles erop en eraan! Na drie weken van aangenaam Nederlands gezelschap trek ik nu opnieuw alleen. Vanwege mijn Iraans visum ben ik verplicht om voor 22 mei in Iran te zijn. Aangezien ik Georgië en Armenië ontzettend graag wil zien, besluit ik om een even met de bus te rijden om dan vanaf Erzurum weer te fietsen. Voor die bus moet ik 80 km fietsen naar de volgende grote plaats, omdat online reserveren enkel voor Turken mogelijk is en andere kantoren te lui zijn om een ticket te reserveren. Goed op tijd kom ik aan en regel ik een plaats op de bus. Nog even enkele grote inkopen doen in een Metro voordat ik de komende weken de bergen in trek. Ik sla een babbeltje met een Franssprekende Turk die zegt dat ik bij zijn nonkel moet langsgaan op mijn weg na Erzurum. Hij geeft zijn kaartje en nadien nemen we afscheid. Ik organiseer mezelf en geef mijn fiets nog wat onderhoud. Eindelijk komt de bus en na een praatje met de chauffeur en enkele gratis sigaretten maak ik mezelf klaar voor een lange nachtreis met veel bobbels en bulten.
Istanbul is druk, veel toerisme en verkeer. Wel is heeen blij weerzien met Ruth. Met twee doorkruisen we de stad op zoek naar materiaal dat ik nog nodig heb en bezoeken we de ambassades om visa te regelen. Het is lekker eten en drinken, maar vooral genieten van de tijd die we samen doorbrengen.
Na een comfortabele nacht, een ontbijt op de dijk en de aankoop van een stevig blok pure chocolade vertrekken we vroeg uit Kavala . We hebben de hele dag aangenaam weer en vorderen goed. We fietsen rond een groot binnenlands meer en bij valavond vinden we een slaapplek in de velden. We zitten hoog en kijken neer op dorpjes en een reusachtige koeltoren. Na een stevig maal met rijst en bonen kruipen we in onze tent, weg van de muggen. 's Morgens kom ik tot een leuke vaststelling: mijn nieuwe kilometriek heeft exact 2390 km afgelegd, mooi toch! Na een portie havermout vertrekken we op weg naar Turkijke. Een vlotte voormiddag fietsen brengt ons hoog in de bergen om dan weer af te dalen richting de zee en Alexandroupolis. Onderweg is het duidelijk te merken dat het goede vrijdag is. In de winkels speelt er triestige muziek en alle mensen gaan naar de kerk, gekleed in zwart en wit . Bij de vuurtoren besluiten we te lunchen met een goed zicht op de passerende Grieken. Aangenaam vermaak voor twee vreemde snuiters. De laatste kilometers naar de grens zijn ontzettend zwaar. Veel tegenwind en de eerste verschroeiende hitte. In een verlaten dorpje, waar iedereen in de kerk zit, drinken we een eigen gemaakte frappé. Het monotome geluid van luidende klokken op de achtergrond. Het passeren van de grens verloopt vlot waarna we op zoek gaan naar een slaapplaats naast de weg. Vroeg in de ochtend vertrekken we naar Tekirdag om daar de boot te nemen. Met een sterke zijwind worden we nagenoeg constant van de weg geblazen. Vermoeiend! Na de lunch draait de wind en moeten we tegen de wind opboksen. We besluiten om een lift te organiseren en onze fietsen de laatste kilometers te laten rijden. Samen met vele truckers nemen we de overzet op een oude ferry. Gezellige lokale sfeer met gratis eten en thee. 's Avonds komen we aan in Bandirma waar we overnachten in een klein hotel. 's Ochtends brengt de boot ons naar Istanbul.
Bas en ik nemen een hostel waar we een Spaanse reiziger ontmoeten. Na een fijne babbel is het tijd om naar Parijs Roubaix te kijken en gezellig iets te drinken. 's Avonds voegen nog twee andere Belgische fietsers zich bij ons en hebben we een toffe avond. De volgende dagen ga ik benutten om allerhande zaken in orde te brengen en de stad te verkennen met Ruth. Het is vroeger dag dan verwacht. Met een kleine kater pakken we onze spullen in het hotel en gaan onze fietsen ophalen in Café Pizza Palma. Na weerom gratis koffie en ontbijt maken we ons klaar om de bergen in te rijden. Het is mooi fietsen door de natuur, we zien amper bewoning. Een hond loopt ruim een kilometer met ons mee en de bergen vragen opnieuw veel van onze krachten. 's Avonds stoppen we net voor de lange afdaling naar de vallei bij een kleine verlaten shelter. We hebben een prachtig uitzicht en maken het ons gezellig. Uitgeput kruipen we in onze slaapzak. De zon wekt ons en er wacht ons een welverdiende afdaling van 25 km. Beneden aangekomen is het duidelijk te merken dat de lente is begonnen. Boomgaarden staan in bloei en de vele serres zijn volop in gebruik. Met de wind in de rug rijden we tegen hoge snelheid naar de Bulgaarse grens. In Bulgarije wachten er ons enkele pittige heuvels vooraleer we Griekenland kunnen inrijden. Nadat we in Macedonië ons laatste geld opgekocht hadden, doen we dat in Bulgarije opnieuw. Enkele zigeunerkinderen zouden daar graag wat van krijgen. Op de grens met Griekenland worden we voor het eerst geconfronteerd met een arrogante nationalistische grenswacht. Wanneer ik Macedonië uitspreek wordt de sfeer meteen stukken grimmiger. Met onze laatste krachten fietsen we langs de snelweg naar een klein dorpje op zoek naar verfrissing. Op onze teleurstellende zoektocht spreken we een vrouw aan op straat die ons iets te drinken aanbiedt. Na een ontmoeting met het hele gezin, vers gebakken baklava en een Griekse vertaling voor een gratis kampeerplek, gaan we op zoek naar een slaapplek. Bij een supermarkt iets verderop kopen we wat eten en tonen we ons tekstje. Tot onze verbazing hebben we meteen geluk en kunnen daar kamperen samen met enkele straathonden. 's Ochtends blijkt dat een hond met mijn kookspatel is gaan lopen die waarschijnlijk nog naar worst rook. Wanneer Bas de tent uitkomt heeft de vrouw van gisteren inkopen gedaan en trakteert ze ons op een koffie. Van de winkeleigenaar krijgen we yoghurt en rijstpap die bijna over datum is, wat een luxe ontbijt! Na een lange dag fietsen met véél tegenwind door het Griekse platteland snakken we naar een eerste glimp van de Middellandse zee. Daar aangekomen vergeten we de vermoeidheid en zoeken we ons een mooie kampeerplek op het strand. We koken een stevig avondmaal van rijst met groenten. Met het geluid van de overslaande golven vallen we in een diepe slaap. Vandaag doen we het rustig aan en is er een slaapplek gereserveerd in Kavala. Na afscheid te nemen van onze Duitse buurman in de camper en een Griekse visser, fietsen we rustig langs een mooje kustweg naar onze bestemming. Onderweg eten we langs de weg een lekkere hamburger en sluiten we af met een stuk snelweg met enkele tunnels. Na een hoognodige douche en het organiseren van ons materiaal gunnen we ons een namiddag genieten en niets doen in het mooie Kavala. Nu we een keuken ter beschikking hebben is Bas van plan vlees te bereiden. Samen met onze Macedonische wijn en de dessertjes van onze gastvrouw hebben we een gezellige en lekkere avond. We genieten van een comfortabele nachtrust. De komende dagen zullen we opnieuw onder de sterren slapen!
Na het opstaan kregen we voortdurend bezoek van de lokale houthakkers. Steeds een auto vol met stevige kerels die hun watervoorraad voor de dag in plastiek flessen meenamen. Leuk tafereel tijdens het ontbijt met grappige gesprekken tot gevolg. Voor de middag beklimmen we enkele bergen, waar ik voor het eerst lek rijdt. Nadien dalen we heerlijk lang af door verlaten landschappen en kleine dorpjes. In Bulgarije is geen enkel verkeersbord veilig voor de schietgrage schutters. In een vreemd dorpje met veel verlaten en onafgewerkte gebouwen vinden we een plekje om warm te eten. 's Namiddags is het de beurt aan Bas om voor het eerst lek te rijden, wat een toeval. Na het passeren van een grote stad en vermoeid van een lange dag, zoeken we een plekje om te slapen. Op de kaart vinden we enkele meren en beslissen om daar de nacht door te brengen. Argwanende buren brengen ons een bezoek maar we krijgen toestemming om er de nacht door te brengen. Lekker vroeg opgestaan, een havermout ontbijt, en we zijn klaar om naar Macedonië te rijden. We beginnen met een mooie en rustige afdaling langs een rivier tussen hoge rotsen. In het eerstvolgende grote plaatsje, Boboshevo, nemen we tijd om te lunchen. Na het volgen van een aangenaam fietspad, komen we terecht op een modderpad dat volgens de kaart het fietspad zou zijn. Achteraf blijkt dit een slechte beslissing want we kunnen onze fiets een uur lang de berg opduwen met onderweg enkele angstwekkende herdershonden. Het enige positieve aan deze tocht is dat we terecht komen in een afgelegen boerenbergdorpje. We zijn behoorlijk uitgeput maar besluiten om toch nog naar Macedonië te fietsen. Na een zware klim van meer dan 20 km bereiken we boven in de bergen de grens . Voldaan dalen we af tot onze slaapplaats en gaan op zoek naar een welverdiend drankje. In de eerste de beste gelegenheid, café pizza Palma, ploffen we neer op een stoel. Even later verschijnt er een pizza op onze tafel. Verbaasd kijken we rond... twee mannen aan een tafeltje verderop trakteren ons blijkbaar op een pizza! We bedanken hen vriendelijk en één van de twee mannen blijkt Frans te spreken. Het begin van een bijzondere avond. Om drie uur 's nachts gaan we naar een goedkoop hotel dat Borko en Vladko voor ons geregeld hebben. Dit alles na een avond vol gratis bier, een vijf gangen menu, een nieuw T-shirt van de taverne, een fles lokale Chardonnay en goed gezelschap. Wat een nacht op Bas zijn verjaardag!
|
Onze BlogOp regelmatige basis houden wij jullie op de hoogte van onze avonturen. Zo kunnen jullie mee genieten van verschillende momenten en ervaringen op onze weg rond de wereld. |